19 november 2018
De minister stelt dit in antwoord op diverse Kamervragen over vermeend gesjoemel met de labels en de beboeting van woningeigenaren die in gebreke blijven. Volgens Ollongren is Nederland op grond van Europese regelgeving verplicht om het energielabel te handhaven.
Enkele maanden geleden werd bekend dat de Inspectie Leefomgeving en Transport sinds de invoering van het verplichte energielabel in 2015 al ongeveer € 1,1 miljoen aan boetes heeft uitgedeeld aan woningeigenaren die niet over zo’n label beschikken. Op het ontbreken staat op dit moment een boete van € 418.
Op 17 oktober verloor de Staat, in dit geval de Minister van Binnenlandse Zaken, in hoger beroep, bij een bezwaar van een particulier tegen de boete ("last onder dwangsom") op de afwezigheid van het energielabel, een zaak bij de Raad van State. De uitspraak van de Raad van State betekent dat de wijze waarop de boete juridisch is vormgegeven, niet deugt. Uit de uitspraak kan volgen dat in gelijke gevallen in het verleden de boete ten onrechte is opgelegd. Indien u een boete heeft betaald, kunt u overwegen om met behulp van deze uitspraak uw geld terug te krijgen.
Volgens de Ollongren ligt het nalevingspercentage momenteel rond de 90%. Dat sommige mensen toch niet op tijd een energielabel aanvragen is volgens haar in veel gevallen te wijten aan overmacht of onwetendheid. “Soms gaat men er ten onrechte vanuit dat het voorlopige energielabel volstaat, maar het komt ook voor dat men moeite heeft met de digitale tool of de woning snel wil verkopen en het aanvragen van een energielabel te veel gedoe vindt. RVO.nl voert regelmatig verbeteringen door in het registratieproces op basis van dit soort signalen. Zo is het sinds kort voor woningeigenaren mogelijk om een ander te machtigen om het energielabel aan te vragen. (…) Daarnaast bekijk ik momenteel hoe verkopers nog beter vooraf geïnformeerd kunnen worden over het verplichte energielabel bij verkoop.”
Ze wijst in antwoorden op Kamervragen op de Europese richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD) op grond waarvan, wanneer een woning wordt verkocht, een energielabel getoond en overhandig moet worden aan de koper. “Nederland is als lidstaat verplicht de richtlijn te implementeren en heeft de verplichting opgenomen in het Besluit energieprestatie gebouwen (artikel 2.1 lid 4). Er kan geen uitzondering van deze verplichting gemaakt worden voor kopers en verkopers die het eens zijn geworden over de staat van de woning.” Volgens Ollongren zijn de kosten van het laten registreren van een vereenvoudigd energielabel (VEL) op verzoek van de Tweede Kamer zo laag mogelijk gehouden (rond 11 euro). “Het vereenvoudigd energielabel is een bewustwordingsinstrument en geeft de woningeigenaar en koper inzicht in de energieprestatie van de woning. Ik zie het dan ook niet als een zinloze extra kostenpost.”
Volgens de minister is de betrouwbaarheid van het vereenvoudigde energielabel hoog. Ze gaat ook niet mee in de kritiek dat het hebben van een (al dan niet fictief) zo hoog mogelijk energielabel er voor voornamelijk voor bedoeld is om de verkoopprijs van de woning op te drijven. “Nee, ik deel deze mening niet. Het vereenvoudigd energielabel geeft een globale indicatie van de energetische kwaliteit van de woning en van de maatregelen die nog genomen kunnen worden om deze te verbeteren. De koper kan dit in overweging nemen bij het bepalen van zijn bod op een woning door bijvoorbeeld minder te bieden op een onzuinige woning. Het doel van het energielabel is bewustwording en inzicht in bespaarmogelijkheden.”
De minister constateert wel dat er een toenemende behoefte is aan een vaststelling van de energie-index, ook voor particulieren. Dat betekent in haar beeld dat er meer reden ontstaat om te heroverwegen of het vereenvoudigd energielabel kan verdwijnen. Dit was immers vooral vanwege de bewustwording in combinatie met lage kosten geintroduceerd.
Bronnen: Rechtbank, Tweede Kamer, Vastgoed Belang, AMweb (Robert Paling)
Kajsa Ollongren (BZK)
Raad van State (RvS)