Meer dan 15 jaar geleden is, op initiatief van en met Nederlandse kennis een start gemaakt binnen de Europese Unie om nieuwe en bestaande gebouwen energiezuiniger te bouwen en verbouwen. Sinds 2008 is in heel Europa een wet van kracht die het algemeen kader heeft geregeld. Op basis van een eerdere IPCC studie (IPCC 2007) heeft de Europese Commissie de ‘Roadmap for moving to a low-carbon economy in 2050’, opgesteld. Deze roadmap beschrijft de route naar een verlaging van 90-95% van de uitstoot van broeikasgassen in Europa in 2050, ten opzichte van 1990.
Hierbij is een sectoraal onderscheid gemaakt. Voor de gebouwde omgeving resulteert dit in een verlaging van de uitstoot van broeikasgassen met 88-91% in 2050 ten opzichte van 1990. Deze verlagingen zijn gebaseerd op maatregelen voortkomend uit bijvoorbeeld de European Performance of Building Directive (EPBD), maar ook de verduurzaming van energie-opwekkers draagt een steentje bij aan de verlaging van de broeikasgasemissies.
Alle landen zijn sinds 2008 dus verplicht om hun wetgeving in overeenstemming te brengen met de Europese regels. Helaas ontbrak in de Nederlandse Tweede Kamer de politieke wil om de energieprestatie van bestaande gebouwen ook in Nederland aan de EU-regels te laten voldoen. Dat betekende dat de energierekening van bewoners én de belastingopbrengst maar bleef stijgen, en dat de regionale werkgelegenheid in de bouw- en installatiesector gigantisch zijn gaan schommelen, door o.a. de bouwcrisis. Veel praktisch opgeleide personen zijn werkloos geworden (ca. 80 duizend). In de afgelopen jaren is, door de aantrekkende nieuwbouw, het tekort aan personeel dan ook het grootste probleem geweest. Nu, door het jarenlang achterwege blijven van effectief beleid tot reductie van stikstof (uitstel naar toekomst en elders in de PAS-regeling, die door uitspraak van de Raad van State in 2019 niet meer mocht worden toegepast) en de PFAS-crisis (grondverzet, vervuiling) is er sprake van nieuwe uitstroom van werknemers in de voorbereidende sectoren voor bouw- en infrastructuur. Woningrenovatie kan in veel gevallen wél doorgaan, maar er zullen lokaal maatregelen moeten worden genomen om uitstoot van stikstof, en door overstap op elektrische voertuigen en krachtwerktuigen, door (bijna) energieneutrale en all-electric woningen op te leveren, bijdragen geleverd worden aan een stikstofvrije bouw en woonomgeving.
Voor bestaande huizen zijn er in Nederland nog steeds geen verplichtingen om deze energetisch te renoveren. Bij een renovatie van minstens 25% van de buitenschil of de waarde van de woning worden zouden volgens EU-regels de regels moeten gelden voor nieuwbouw. In Nederland wordt steeds weer gekozen voor nationale, regionale en sectorspecifieke convenanten. Dankzij het nationaal energie-akkoord (2013) met verhuurders, bouwsector en overheden, zijn bewustwordingscampagnes en hoge doelstellingen tot 2023 afgesproken (die bij lange na overigens niet worden gehaald en hadden moeten leiden tot extra inspanningen in het klimaatakkoord.
In het regeerakkoord in 2017 is de wens van Spaar het Klimaat voor een reductie van 1 Mton per jaar gehonoreerd, 7 Mton tussen 2023-2030. Helaas was de vreugde van korte duur, en is in het voorjaar van 2018 dit onderdeel van het regeerakkoord geschrapt en teruggebracht naar 3,4 Mton. Bij de beoordeling van het klimaatakkoord bleek daar nog maar 1,8 Mton van over te blijven over de hele periode. Zo is in twee stappen de doelstelling met 75% gereduceerd. De oorzaak van de verlaging van de doelstelling: volgens een EZK studie voorafgaande aan de start van de klimaattafels, zouden de kosten voor CO2-reductie in andere sectoren dan de gebouwde omgeving substantieel lager zijn per ton CO2. De oorzaak van het slechte cijfer van de maatregelen uit de Klimaattafel Gebouwde Omgeving liggen volgens de deelnemers van de klimaattafel Gebouwde omgeving aan het feit dat er eigenlijk nog onvoldoende concrete maatregelen zijn afgesproken.
Regeerakkoord 2021
Meer geld en subsidies voor verduurzaming eigen huis.
Huidige Regelingen (januari 2022)
(bron: Pricewise)
In 2022 biedt de Rijksoverheid de volgende subsidies en lening aan voor particuliere woningeigenaren, VvE’s en verhuurders die hun woning willen verduurzamen:
– Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE);
– Subsidie energiebesparing eigen huis voor VvE’s (SEEH);
– Subsidieregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH);
– Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking (SCE);
– Energiebespaarlening via Nationaal Warmtefonds.
De Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE) wordt vanuit de overheid beschikbaar gesteld om huizen op een duurzame manier te verwarmen en het gasverbruik te verminderen. Woningeigenaren kunnen met deze regeling subsidie aanvragen voor warmtepompen en zonneboilers, isolatie en aansluiting op het warmtenet. De ISDE loopt tot 2030. Het subsidiebedrag wordt per jaar vastgesteld. Om gebruik te kunnen maken van de ISDE is het nodig om twee maatregelen te treffen rondom verduurzaming van de woning. Dat mag isolatie zijn, maar ook het installeren van een warmtepomp of zonneboiler of aansluiting op het warmtenet. Tot 2024, en dus tot en met 31 december 2023, biedt de ISDE ook subsidie voor zakelijke installatie voor kleinschalige energieopwekking met zonnepanelen en windturbines.
Wijzigingen 2022 ISDE: Per 1 januari 2022 is de ISDE-subsidie voor isolatiemaatregelen en warmtepompen met een vermogen groter dan 1 kW, van 20% van de investeringskosten naar 30% verhoogd. Deze hogere subsidie geldt alleen voor maatregelen die zijn uitgevoerd in 2022.
Loopt tot: 2030. De zakelijke subsidie voor kleinschalige energieopwekking) stopt eerder en loopt tot en met 31 december 2023. Het aanvragen van deze subsidie is tot en met deze datum mogelijk.
Subsidie ISDE 2021 en 2022: In 2021 bedroeg de particuliere en zakelijke subsidie in totaal 124 miljoen euro. In totaal is daar afgelopen jaar naar schatting 95,7 miljoen euro van geclaimd. Vooral door particuliere aanvragen. In 2022 is er in totaal 228 miljoen euro beschikbaar voor zonneboilers, warmtepompen, isolatie en aansluiting op het warmtenet. Voor zonnepanelen en kleinschalige windturbines is er 30 miljoen euro beschikbaar.
Isolatie van de woning draagt bij aan een energie- en daarmee CO2-besparing. De overheid draagt daarom graag bij aan de financiering van een beter geïsoleerd huis en stelt hiervoor de Subsidie energiebesparing eigen huis (SEEH) beschikbaar. De SEEH is beschikbaar voor VvE’s met koop- en huurwoningen.
Wijzigingen 2022 SEEH: Er zijn geen wijzigingen.
Loopt tot: 2023, en dus tot en met 31 december 2022. Het aanvragen van deze subsidie is tot en met deze datum mogelijk.
Status subsidie SEEH: De SEEH voor VvE’s heeft in 2021 en 2022 een totaalbudget van € 31.496.000,- voor energiebesparende maatregelen. Op 31 december 2021 was hiervan nog € 12.271.237 beschikbaar en iets meer dan 19 miljoen euro verstrekt. Van de 1 miljoen euro die beschikbaar is voor energieadvies, procesbegeleiding en een meerjarenonderhoudsplan is er nog iets minder dan een halve ton beschikbaar.
Met de Subsidieregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH) wil de overheid verhuurders én gemengde VvE’s stimuleren om zich aan te sluiten op het warmtenet en zich af te sluiten van aardgas. Het aansluiten van sociale en particuliere huurwoningen op het warmtenet kost de verhuurder veel geld. Een groot deel van de subsidie is bedoeld voor de kosten voor de aansluiting op het warmtenet en om de woningen geheel aardgasvrij te maken. De subsidie is maximaal € 5.000,- per huurwoning, waarvan maximaal € 1.200,- voor inpandige woningkosten en maximaal € 3.800,- voor aansluitingskosten op het warmtenet.
Wijzigingen 2022 SAH: Sinds oktober 2021 is de regeling niet alleen meer beschikbaar voor verhuurders, maar ook voor gemengde VvE’s. Ook zijn voorwaarden voor aanvragen na die datum gewijzigd. Daarnaast mag er sinds oktober ook een combinatieaanvraag worden gedaan voor een individuele en centrale aansluiting. En in sommige gevallen mogen de kosten voor inpandige leidingstelsels worden opgevoerd als aansluitkosten in plaats van inpandige woningkosten.
Loopt tot: 2024, dus tot en met 31 december 2023. Het aanvragen van deze subsidie is tot en met deze datum mogelijk.
Status subsidie SAH: In totaal is er voor aanvragen tussen begin 2020 en eind 2023 € 195.300.000,- beschikbaar aan subsidie. Op 1 december 2021 was er nog € 112.596.606,- beschikbaar.
VvE’s die hernieuwbare stroom uit zonne-energie, windenergie of waterkracht willen opwekken, kunnen een beroep doen op de Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking (SCE). Leden én de installatie moeten zich binnen de aangevraagde postcoderoos bevinden. Vanaf 1 maart 2022 tot en met 1 december 2022 kunnen VvE’s hun aanvraag indienen. Voor 2022 is er een budget van 150 miljoen euro. Het budget wordt tot 1 april 2026 elk jaar opnieuw opgesteld.
Wijzigingen: Sinds 1 april 2021 vervangt de SCE de fiscale regeling verlaagd tarief (ook wel postcoderegeling).
Loopt tot: 1 april 2026.
Status subsidie: In 2022 is er een budget van 150 miljoen euro beschikbaar, welke vanaf 1 maart aan te vragen is.
Het Nationaal Warmtefonds biedt leningen aan tegen zeer lage rentes en financieringsmogelijkheden voor verduurzaming voor particuliere woningeigenaren, VvE’s en scholen. Het Nationaal Warmtefonds opereert in opdracht van de Rijksoverheid. Ook introduceert het Nationaal Warmtefonds de energiebespaarhypotheek, maar deze is nog altijd alleen beschikbaar voor woningen in proeftuinwijken binnen het Programma Aardgasvrije Wijken.
Regels, bedragen en percentages particulieren
Particulieren kunnen maximaal € 25.000,- lenen óf € 65.000,- bij ZEP+/Nul op de Meter. Vergoedingsvrij vervroegd aflossen is mogelijk en de rente is minimaal 1,5% en maximaal 1,9%. Het rentepercentage hangt af van de aflostermijn die en het leenbedrag dat wordt gekozen. De aflostermijn is 7, 10, 15 of 20 jaar.
Regels, bedragen en percentages VvE’s
Om de Energiebespaarlening met een VvE te kunnen gebruiken, moeten er minimaal acht appartementsrechten meedoen. Het rentepercentage dat VvE’s betalen is wat hoger, net als de maximale en minimale leensommen: maximaal 2,5 miljoen euro en minimaal 1 ton. De maximale rente is 2,6% en de minimale 1,8%. De aflostermijn is 10, 15, 20 of 30 jaar.
Wanneer er geen landelijke subsidie of lening beschikbaar is, zijn er soms regionale of gemeentelijke regelingen om een beroep op te doen. Zo biedt een groot deel van de gemeenten een Duurzaamheidslening of een Stimuleringslening aan en ook provincies hebben toereikende financiële middelen beschikbaar. Alle energiebesparende subsidies hebben, net zoals de leningen en subsidies van de Rijksoverheid, gunstige voorwaarden. Om te ontdekken wat de gemeente kan betekenen, is de energiesubsidiewijzer te raadplegen.
Met name voor provincies en gemeenten liggen er kansen om hier wél werk te maken.
Lees meer over de wet- en regelgeving energielabel & installatiekeuringen.