Energiezuinige huizen verreweg favoriet bij huizenzoekers

28 september 2023

Energiezuinige huizen verreweg favoriet bij huizenzoekers

Investeringsbereidheid koper: terugverdientijd 6 jaar

Geplaatst: 27-9-2023

AMSTERDAM - De meeste woningzoekers kijken alleen nog naar energiezuinige woningen met een hoog energielabel, meldt ING na onderzoek door marktvorser DVJ Insights. De onderzoekers hebben ruim 1100 mensen ondervraagd die binnen twee jaar een huis willen kopen of al een koopwoning bezitten. Sommige ondervraagden willen volgens de bank alleen een woning met label A of hoger.

Energielabels gaan van A tot en met G en geven aan hoe energiezuinig een woning is. Woningen met het label G zijn het minst energiezuinig en woningen met de labels A, B en C worden gezien als energiezuinige en duurzame huizen. Het allerhoogste label is A++++. Verreweg de meeste ondervraagden door DVJ Insights, 86 procent, vinden dat een woning minstens energielabel C moet hebben. Drie op de tien ondervraagden zeggen niet eens te kijken naar woningen die een lager label hebben dan A.

Veel mensen willen volgens ING een huis met een hoog energielabel om kosten te besparen. Een energiezuinige woning verbruikt vaak minder gas dan een woning met een laag label. Sinds de oorlog in Oekraïne is gas flink duurder geworden. Ook comfort en het milieu zijn voor ondervraagden belangrijke redenen om voor een energiezuinige woning te gaan of de woning duurzamer te maken. Dit kan bijvoorbeeld door de woning te isoleren of door zonnepanelen te installeren. Dergelijke maatregelen zorgen er ook voor dat een woning meer waard wordt.

Verder zijn veel ondervraagden bereid om extra te betalen voor een woning met het label C of hoger, aldus ING. De meerderheid wil hiervoor tussen de 2,5 procent en 7,5 procent meer neerleggen.

Investeringen voor een hoger energielabel

Een ruime meerderheid van de respondenten (84 procent) is van plan om aanpassingen te doen om het energielabel te verbeteren. Meer dan een derde (35 procent) is daar al mee bezig.

Ze vinden wel dat het niet al te lang mag duren voordat de investering is terugverdiend. Voor iets minder dan de helft van de respondenten (45 procent) is dat maximaal drie jaar, voor 42 procent vier tot zes jaar. Slechts 13 procent van de ondervraagden is bereid langer te wachten totdat de investering is terugverdiend.

ING

Wim Flikweert, manager Wonen bij ING, vraagt zich af of iedereen een reëel beeld heeft van de terugverdientijd van verduurzamingsmaatregelen. "Terugverdienen kan langer duren dan verwacht, bijvoorbeeld als de regelgeving of voorwaarden veranderen." Hij wijst op de huidige discussie over mogelijke terugleverkosten voor bezitters van zonnepanelen, wat de terugverdientijd kan verlengen.

"Dit hoeft niet erg te zijn", stelt Flikweert. "Je voegt met verduurzaming namelijk ook waarde toe aan je huis en dat wordt niet meegenomen in de berekening van de terugverdientijd. De beloning ligt dan wel wat verder weg, want in je maandelijkse budget merk je niet veel van een waardestijging op je woning. Maar hij wordt wel aantrekkelijker te verkopen.”

Hoger energielabel voor je huis:

Deze stappen kun je zetten om energierekening te drukken en een woning aantrekkelijker te maken voor de verkoop

Iedereen die zijn huis te koop wil zetten, is verplicht om een energielabel aan te vragen. Dit label laat zien hoe zuinig het huis is en welke stappen je nog kunt zetten om het huis nog energiezuiniger te maken.

Het label loopt van A++++ tot en met G, waarbij A het meest energiezuinig is en G het minst energiezuinig. Een hoger label drukt de energierekening en zorgt voor meer wooncomfort en een lagere CO2-uitstoot.

Huizenkopers letten meer op het energielabel

Voorheen speelde het energielabel slechts een marginale rol bij de aankoop van een woning. Maar sinds de energieprijzen zo hard zijn opgelopen, blijkt het label steeds vaker een selectiecriterium voor huizenkopers. Dat is niet zo vreemd als je je bedenkt dat volgens onzerzoeksbureau Calcasa het gasverbruik van een woning met energielabel G gemiddeld 50 procent hoger ligt dan bij een woning met label A.

Kopers kijken hier dus goed naar. En dat niet alleen. Volgens Puk van Meegeren, energie-expert bij Milieu Centraal, worden huizen met een groen label ook meestal sneller verkocht en bovendien vaak tegen een iets hogere prijs dan vergelijkbare huizen met een lager label. “Tot voor kort maakte het wat minder uit: vrijwel alle huizen werden op hoge snelheid verkocht. Maar nu de huizenmarkt iets minder overspannen is, merk je dat huizen met label A tot en met C beter in de markt liggen.”

Muur- en dakisolatie tellen het zwaarst mee voor het label

Er zijn allerlei maatregelen die je kunt nemen om het label van je huis te verhogen, van isolatie tot de aanschaf van een zonneboiler. Maar welke stappen zetten nu de meeste zoden aan de dijk?

Volgens Van Meegeren valt de meeste energie te besparen met woningisolatie. Gevel- en dakisolatie staan hierbij met stip op één: deze tellen ook zwaarder mee voor het label dan vloerisolatie.

Is je huis al geïsoleerd, dan zijn er nog meer maatregelen die je kunt nemen. We noemen hieronder 8 dingen die je kunt doen.

1) Muurisolatie

Er zijn verschillende vormen van muurisolatie. Bij spouwmuurisolatie plaats je isolatiemateriaal in de holle ruimte tussen de buiten- en binnenmuur. Hiermee breng je tegen relatief geringe kosten de energienota fors omlaag. Spouwmuurisolatie is alleen een optie voor woningen die na 1920 zijn gebouwd. Oudere huizen hebben alleen enkelsteens muren.

Buitenmuurisolatie is duurder dan spouwmuurisolatie, omdat je de buitenkant moet afwerken; bijvoorbeeld met steenstrips of stucwerk. Volgens Milieu Centraal kost spouwmuurisolatie voor een gemiddelde hoekwoning circa 2.200 euro, en levert dat met de huidige hoge gasprijzen gemiddeld zo’n 800 euro per jaar energiebesparing op. 

Voor isolatie van de buitengevel moet je rekenen op 115 euro tot 135 euro per vierkante meter en dit kan een besparing op de energiekosten van zo'n 25 procent opleveren. 

Je kunt ook voorzetwanden plaatsen (van bijvoorbeeld hardschuim of geïsoleerd met glas- of steenwol). Hiermee kun je enkelsteens buitenmuren isoleren of de isolatie van de spouwmuur verbeteren. Volgens Van Meegeren van Milieu Centraal is dat aan klus die je prima zelf kunt doen. Op de website van Milieu Centraal vind je instructies.

Volgens Milieu Centraal moet je voor een gemiddelde hoekwoning rekenen op ongeveer 1.200 euro. Je bespaart hier ongeveer 290 euro per jaar mee, waardoor je de kosten na ruim vier jaar hebt terugverdiend.

Besteed je het uit aan de vakman, dan ben je een stuk duurder uit: 3.100. De terugverdientijd neemt dan toe naar ruim tien jaar.

2) Dakisolatie

Ook met dakisolatie kun je grote stappen zetten. Immers, via het dak gaat veel warmte verloren, omdat warme lucht opstijgt.

Volgens Van Meegeren is een schuin dak isoleren ook een karwei dat je zelf goed kunt te doen. Voor een gemiddelde hoekwoning moet je rekenen op circa 1.700 euro materiaalkosten. Hierna bespaar je zo’n 420 kuub gas per jaar, ofwel 600 euro per jaar (als je uitgaat van de maximumprijs voor het energieplafond in 2023 van 1,45 euro per kuub). Je bent dan dus binnen drie jaar uit de kosten.

Schakel je een klusbedrijf in, dan ben je gemiddeld 3.000 euro duurder uit (en betaal je dus 4.700 euro) en stijgt de terugverdientijd naar acht jaar.

 Bron 3: Businessinsider (oktober 2022)

Auteur 3: Jasperien van Weerdt, Datum 23 okt 2022

Bron1 : ANP, bewerkt door Bouwnieuws (2023, september)

Bron 2: ING (2023 september)