PBL berekent -na 7 jaar- de kosten van Energieakkoord

31 mei 2020

De maatschappelijke baten zijn misschien oneindig veel groter

Bron: PBL | 29-05-2020

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft berekend wat de nationale kosten zijn van het realiseren van de doelen uit het Energieakkoord uit 2013. Gemiddeld kost het Energieakkoord tussen 2000 en 2050 ongeveer een miljard euro per jaar.

Het Energieakkoord uit 2013 bevatte vooral afspraken over energiebesparing en duurzame energie. Die zijn nu geïntegreerd in het Klimaatakkoord.

Het Energieakkoord uit 2013 is de voorloper van het Klimaatakkoord uit 2019. PBL berekende daarvan ‘nationale’ kosten: de kosten die Nederland als samenleving als geheel draagt voor het halen van de doelen. Het Energieakkoord loopt van 2013 tot 2023, maar de studie neemt ook maatregelen mee vanaf 2000 die bijgedragen hebben aan het halen van de doelen van het akkoord, en maatregelen die na 2023 ook nog gelden.

Optelsom

Alle Energieakkoord-afspraken zijn nu geïntegreerd in het Klimaatakkoord uit 2019, dus is het interessant om te berekenen tot hoeveel kosten de maatregelen uit het Klimaatakkoord nu leiden. Eerder begrootte PBL de extra nationale kosten van het Klimaatakkoord (bovenop het lopende beleid, dus Energieakkoord) op ongeveer 1,9 miljard in 2030. Een optelsom van deze 1,9 miljard per jaar voor het Klimaatakkoord plus 1 miljard voor het Energieakkoord leidt tot ongeveer 3 miljard euro in 2030.

De nationale kosten kunnen worden gebruikt om de voor Nederland meest kostenefficiënte maatregelen te kiezen. Daarin zitten bijvoorbeeld geen belastingen of subsidies, want daar wordt Nederland als geheel niet beter of slechter van.

Beeld: ©Ministerie I&W / Riesjard Schropp

Stichting Milieu Wetenschap & Beleid

Het PBL-onderzoek is uitgevoerd na het publiceren van een kostenanalyse van 'critici' van het energieakkoord, dat in mei 2019 werd gepubliceerd. In "De Kosten van het Energie-akkoord", van de Stichting Milieu Wetenschap & Beleid, werden de maatschappelijke kosten op ruim 100 miljard geschat. Onderzoekbureau's BreedofBuilds en PDC berekenden in opdracht van deze stichting de -nog niet berekende- maatschappelijke kosten van het energieakkoord. 

De publicatie van het onderzoek van PBL duurde wat langer dan de -destijds, in maart 2019- verwachte 3 maanden.

Enkele dagen na de publicatie van dat rapport, kwam de Stichting al met haar reactie.

De hoofd-elementen in die reactie zijn:

1. Verkeerde inschatting kosten fossiel leidt tot 50% onderschatting van de kosten van het energieakkoord

2. ETS rechten meerekenen als kosten van fossiel gaat in tegen de Nationale Kosten methode en flatteert de kosten

3. Inpassingskosten van wind en zon zijn veel te laag ingeschat

Samenvattend luidt de kritiek op het PBL rapport van de auteurs van de stichting ("ons"):
"De totaalkosten van het energieakkoord zijn op basis van het PBL rapport niet €52 maar minstens €109 mrd
Ons beperkend tot de eigen berekeningen van PBL moet bij de juiste aannames gerekend worden met totale kosten van het energieakkoord van €109 mrd.
Maar volgens ons is het correcter om, uitgaande van wat er in het rapport staat, te rekenen met €172 mrd, inclusief herinvesteringen (dat wil zeggen met het volhouden van 16% duurzaam tot 2050 dmv nieuwe investeringen). Ter vergelijking met het MW&B rapport, wat niet uitging van deze herinvesteringen, zou dat €103 mrd worden zonder herinvesteringen. Het MW&B rapport kwam uit op €104 mrd, wonderlijk dicht bij de verbeterde PBL berekening.

Bron: https://www.energietransitie.net/reactie-mwb-op-pbl-2020/)

De voorzitter en secretaris van de stichting is Theo Wolters, ondernemer in optisch instrumentarium, auteur van Climategate.nl en elders, door de anti-steenkolen lobby, onder andere als "buitenbeentje in de lobbyistenwereld" wordt gekenschetst, omdat hij vertrouwen heeft in de 24 onderzoeken die CO2 niet als mede-oorzaak van klimaatverandering benoemen. 

Het doel volgens de statuten van de Stichting Milieu Wetenschap en Beleid: Het bijdragen aan breed gedragen oplossingen voor complexe milieuproblemen. Hiertoe stimuleert, modereert en evalueert zij het open debat. Expertise, feitenkennis en maatschappijvisie van wetenschappers, vakdeskundigen, beleidsmakers, journalisten, politici, ondernemers, managers, studenten en scholieren worden op merites actief meegenomen. Participanten kunnen hun visie vormen, toetsen en bijstellen. Actuele thema’s worden in concrete tijdgebonden projecten vervat; en het verrichten van al hetgeen met het vorenstaande verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.