Groenlinks, D66 en ChristenUnie meeste vergroening gebouwde omgeving

1 maart 2021

Groenlinks, D66 en ChristenUnie meeste vergroening gebouwde omgeving

Zonder verplichting bijmenging groen gas strijden deze drie om de “groenste” in deze sector.

Analyse Verkiezingsprogramma's op CO2-effect Gebouwde Omgeving

De meeste CO2-reductie ramen we tot en met 2030 bij de maatregelen in het verkiezingspro- gramma van GroenLinks. Van de CO2-reductie komt daar een kleine 3 megaton reductie door een bijmengverplichting van groen gas in het laagcalorisch aardgasnet, net als in het programma van het CDA. Daarnaast omvat het programma van GroenLinks meer maatregelen dan dat van de an- dere partijen.

De ChristenUnie en D66 realiseren met hun plannen ongeveer evenveel CO2-reductie als GroenLinks indien we de bijmengverplichting groen gas van GroenLinks buiten beschouwing zouden laten.

GroenLinks, D66, de ChristenUnie en het CDA willen de toepassing van warmtepompen afdwingen via normering. Bij GroenLinks en de ChristenUnie betreft dat voor alle woningen bij ketelvervanging minimaal hybride warmtepompen vanaf 2023 respectievelijk 2025. D66 stelt dit ook voor vanaf 2023, maar eist daarnaast dat woningen met label B en hoger overschakelen op all-electric warmtepompen.
Het CDA gaat uit van een geleidelijk oplopende efficiencynorm voor nieuwe ketels.

Verplichtingen eigenaren huurwoningen
Een aantal partijen wil verplichtingen opleggen aan verhuurders van particuliere huurwoningen bij wisseling van huurder: de ChristenUnie eist een verbetering naar minimaal label C, D66 naar label E, de PvdA naar label B en GroenLinks isolatie naar de standaard, overeenkomend met gemiddeld label B.

Wet Milieubeheer verplichtingen

In de utiliteitsbouw willen verschillende partijen de terugverdientijd van de Wet milieubeheer aan- passen, naar 7 jaar (SP en PvdA), 9 jaar (D66) of 11 jaar (GroenLinks), waardoor ook hier in veel gevallen hybride warmtepompen de norm worden. De SP normeert het energieverbruik van de uti- liteitsbouw in 2040, waarvan al in 2030 een significant effect uitgaat.

Subsidies en financiering
Naast deze normeringen stellen verschillende partijen financiële ondersteuning voor, in de vorm van subsidies of vrijstelling van energiebelasting op groen gas.

GroenLinks en de PvdA stellen de meeste subsidies in de gebouwde omgeving beschikbaar (zo’n 9 miljard euro in de periode 2022- 2030); het grootste deel daarvan (7 miljard) betreft terugsluizen van de verhuurderheffing die naar de woningcorporaties voor verduurzaming van sociale huurwoningen. Ook de ChristenUnie zet het afschaffen van de verhuurderheffing hiervoor in.

Belastingmaatregel
Daarnaast kost de belastingvrijstelling voor groen gas in de plannen van GroenLinks 0,5 miljard euro per jaar in 2030 alleen voor de woningen. Ook de SP stelt 4,5 miljard euro beschikbaar voor verduurzaming van sociale huurwoningen.
Het CDA en D66 stellen minder extra subsidies beschikbaar: zo’n 1,8 miljard respectievelijk 4 miljard euro.

Aardgasvrije wijken

Vijf partijen reserveren extra budget voor investeringen en subsidies in aardgasvrije wijken: de SP wil 1 miljard euro investeren; D66 en GroenLinks reserveren 1 miljard euro subsidiebudget; de PvdA reserveert 0,5 miljard euro; de ChristenUnie stelt 0,5 miljard beschikbaar voor aardgasvrije wijken.

Alleen het CDA stelt geen extra budget beschikbaar voor aardgasvrije wijken. Deze partij stelt wel 1,8 miljard euro beschikbaar voor subsidie in het kader van de Investeringssubsidie duur- zame energie en energiebesparing (ISDE) op isolatie van koopwoningen en verhoogt het subsidie- percentage van 20 naar 30 procent.

Ook GroenLinks, de PvdA en SP reserveren 1 miljard euro extra voor de ISDE-regeling. De ChristenUnie wil zo’n 2 miljard euro aan isolatiesubsidies voor particulieren.

Bron: PBL (2021), Analyse Leef- omgevingseffecten verkiezingsprogramma’s 2021-2025, CDA, D66, GroenLinks, SP, PvdA en ChristenUnie.

Datum: 3 maart 2021