De ontwikkeling van de prijs van energie

20 februari 2021

Effecten van lagere prijzen en energiebesparing

Lagere energierekening in 2021

We bekijken eerst de prijsontwikkelingen tussen januari 2020 en januari 2021. Om deze prijsontwikkeling te laten zien, is het noodzakelijk om de prijs te nemen bij een gemiddeld jaarverbruik (zie toelichting Het berekenen van prijs- en verbruikseffecten). De energieprijs bestaat namelijk uit vaste en variabele componenten. Alleen het variabele deel is afhankelijk van het verbruik. We nemen een gemiddeld jaarverbruik omdat het verbruik in de winter hoger ligt dan in de zomer en het niet logisch is om een gemiddeld verbruik van alleen januari te nemen. Ook de consument betaalt in januari hetzelfde maandbedrag als in juli, ook al ligt het gasverbruik in januari veel hoger dan in juli. 

Energierekening daalt met 60 euro door lagere prijzen

Door lagere prijzen daalt de gemiddelde jaarlijkse energierekening in januari 2021 met 60 euro ten opzichte van een jaar eerder (zie tabel 3.1 en de toelichting Berekening van een gemiddelde energierekening). Hiermee daalt de gemiddelde prijs van energie voor huishoudens met 3,8 procent ten opzichte van januari 2020.

Het grootste prijsverschil in de energierekening tussen januari 2021 en een jaar eerder wordt veroorzaakt door de variabele leveringskosten. De variabele leveringskosten van gas daalde met gemiddeld 68 euro en die van elektriciteit met 18 euro. De transportkosten en de vaste leveringskosten stegen in prijs. De variabele belastingtarieven (zie toelichting Belastingen op energie), die de gebruiker per kubieke meter gas of per kilowattuur elektriciteit betaalt, gingen omhoog, met uitzondering van de energiebelasting op elektriciteit. Omdat ook de teruggave energiebelasting (heffingskorting) omhoog ging, is het totale prijsverschil door belastingen bij een gemiddeld verbruik nihil. Huishoudens met een lager dan gemiddeld gasverbruik hebben in 2021 een netto belastingvoordeel en huishoudens met een bovengemiddeld gasverbruik hebben een netto belastingnadeel. Dit komt omdat de energiebelasting en ODE per kubieke meter betaald worden, terwijl de heffingskorting een vast bedrag is. Bij elektriciteit leidt een hoger verbruik juist tot meer voordeel omdat de energiebelasting per januari 2021 meer omlaag ging, dan de ODE steeg.

3.1 De verandering van de gemiddelde energierekening door prijseffecten 1)
januari '212) Prijsverandering t.o.v. januari '20
Gas, transportkosten (vast) 188 2
Gas, leveringskosten (vast) 70 4
Gas, leveringskosten (variabel) 317 -68
Gas, ODE 123 11
Gas, energiebelasting 503 23
Totaal jaarbedrag gas 1201 -28
Elektriciteit, transportkosten (vast) 257 16
Elektriciteit, leveringskosten (vast) 71 4
Elektriciteit, leveringskosten (variabel) 172 -18
Elektriciteit, ODE 89 8
Elektriciteit, energiebelasting 281 -10
Totaal jaarbedrag elektriciteit 871 -1
Teruggave energiebelasting -559 -31
Totale energierekening 1513 -60
1) De onderliggende bedragen tellen niet precies op tot het totaal door afronding.
2) Bij een gemiddeld verbruik van 1 192 m3 gas en 2 464 kWh elektriciteit (raming van het Planbureau voor de Leefomgeving). 

Prijsveranderingen van energie

In januari vinden vaak de grootste veranderingen plaats in de energieprijzen. De netbeheerders en leveranciers passen hun prijzen aan en de overheid wijzigt de belastingtarieven. De belastingtarieven liggen vast voor de rest van het jaar, maar de vaste kosten voor het netbeheer en de leveringstarieven kunnen veranderen gedurende het jaar.

Voor de consumentenprijsindex volgt het CBS de maandelijkse prijsveranderingen van energie. Het CBS publiceert niet alleen de prijsindex voor energie, maar ook van elektriciteit en gas afzonderlijk. In figuur 3.1 is te zien dat de gemiddelde consumentenprijs van energie sterk wisselt. De maandelijkse prijsontwikkeling in de afgelopen drie jaar laat zien dat de prijzen van januari niet overeenkomen met de gemiddelde prijs in een kalenderjaar.


De belastingtarieven veranderen na januari niet meer, maar de vaste prijzen voor transport en levering kunnen in de loop van het jaar wel veranderen, meestal met relatief kleine bedragen. Het is met name de leveringsprijs per verbruikseenheid die nogal kan veranderen. Maandelijks publiceert het CBS ook de gemiddelde prijzen en belastingtarieven van gas en elektriciteit. In 2018 stegen de leveringsprijzen behoorlijk gedurende het jaar en de prijzen piekten in januari 2019. Daarna daalden de leveringstarieven weer (zie figuur 3.2). Deze daling zette door tot in juli 2020, waarna de leveringsprijzen weer langzaam omhoog gingen.
 


Hoe de prijzen zich in de loop van 2021 gaan ontwikkelen, weten we niet. Uiteindelijk kan de totale gemiddelde energierekening over 2021 dus hoger of lager uitvallen dan het jaarbedrag dat we nu op basis van de prijzen in januari berekenen. Wel kunnen we een vergelijking maken tussen de gemiddelde energierekening over de kalenderjaren 2018, 2019 en 2020 gebaseerd op de prijzen van januari en op de gemiddelde prijzen van het kalenderjaar (zie tabellen 3.2, 3.3 en 3.4).

Tabel 3.2 Vergelijking van de jaarlijkse energierekening op basis van gemiddelde prijzen in 2018
Verbruik januari 2018 Gemiddeld 2018 Verschil
Gas 1332 1122 1145 23
Elektriciteit 2767 871 888 17
Heffingskorting 1 -373 -373 0
Totaal 1620 1659 39

Tabel 3.3 Vergelijking van de jaarlijkse energierekening op basis van gemiddelde prijzen in 2019
Verbruik januari 2019 Gemiddeld 2019 Verschil
Gas 1239 1230 1196 -34
Elektriciteit 2741 925 915 -10
Heffingskorting 1 -312 -312 0
Totaal 1843 1799 -44

Tabel 3.4 Vergelijking van de jaarlijkse energierekening op basis van gemiddelde prijzen in 2020
Verbruik januari 2020 Gemiddeld 2020 Verschil
Gas 1217 1249 1203 -46
Elektriciteit 2547 890 876 -14
Heffingskorting 1 -527 -527 0
Totaal 1612 1552 -60

De gemiddelde energierekening in 2020 kwam 60 euro lager uit dan op basis van de prijzen in januari 2020 berekend was. Dit kwam vooral doordat de leveringstarieven sterk afnamen. Maar ook in 2019 kwam de gemiddelde energierekening lager uit dan gebaseerd op de prijzen in januari. In 2018 was het juist omgekeerd en kwam de gemiddelde energierekening hoger uit dan gebaseerd op prijzen in januari.

De rol van vaste en variabele componenten in de prijsontwikkeling

Tot slot van dit hoofdstuk splitsen we de ontwikkeling van de energierekening uit naar de vaste en de variabele prijscomponenten van de gas- en elektriciteitsrekening. De elektriciteits- en gasrekening opgebouwd uit vijf prijscomponenten:

  1. Een vaste prijs voor het netwerk (transport).
  2. Een vaste prijs voor de levering (vastrecht).
  3. Een leveringsprijs per verbruikseenheid (variabele prijs per kWh elektriciteit of per m3 gas).
  4. Belastingen per verbruikseenheid (variabele prijs per kWh elektriciteit of per m3 gas).
  5. Vaste teruggave van energiebelasting (heffingskorting).

De vaste kosten moeten betaald worden als het huishouden een aansluiting heeft, ook al wordt er geen elektriciteit of gas afgenomen. De variabele kosten worden per verbruikseenheid (per kWh elektriciteit of per m3 gas) betaald.

Tabel 3.5 Uitsplitsing kosten energie naar vaste en variabele prijscomponentenkosten (inclusief btw)
Gemiddeld 2018 Gemiddeld 2019 Gemiddeld 2020 januari 2021
Gas, vaste prijscomponenten euro/jaar 236,32 244,14 253,27 258,04
Gas, variabele prijscomponenten euro/m3 0,6820 0,7686 0,7807 0,7907
Elektriciteit, vaste prijscomponenten euro/jaar 294,52 304,77 310,4 328,69
Elektriciteit, variabele prijscomponenten euro/kWh 0,2144 0,2226 0,2219 0,2201
Heffingskorting (vast) euro/jaar -373,33 -311,62 -527,17 -558,56

In tabel 3.5 zijn alle vaste en variabele componenten steeds per energiedrager opgeteld. De vaste kosten voor elektriciteit en gas nemen langzaam toe en ook de variabele prijzen per kilowattuur elektriciteit en per kubieke meter gas nemen in de loop van de jaren toe. Hierbij stijgt vooral de prijs per kubieke meter gas. In januari 2021 betalen consumenten gemiddeld bijna 11 cent (16 procent) per kubieke meter gas meer dan gemiddeld in 2018.
Maar de heffingskorting is in 2020 en 2021 omhoog gegaan. Huishoudens krijgen dus een groter bedrag terug. In tabel 3.6 staan de vaste en variabele kosten voor de gemiddelde jaarlijkse energierekening in januari 2021 en de prijsverandering ten opzichte van januari 2020. De totale vaste kosten zijn met 5 euro gedaald, vooral omdat de hogere heffingskorting de vaste kosten met 31 euro verlaagde. De variabele kosten zijn in vergelijking met januari 2020 met 54 euro gedaald.

Tabel 3.6 Prijsverandering (in euro) van vaste en variabele kosten op de energierekening1)
januari 2021 Prijsverschil met januari 2020
Gas, vaste kosten 258 6
Elektriciteit, vaste kosten 328 20
Heffingskorting, vaste kosten -559 -31
Totaal, vaste kosten 27 -5
Gas, variabele kosten 943 -34
Elektriciteit, variabele kosten 542 -20
Totaal, variabele kosten 1485 -54
1) Bedragen kunnen afwijken door afronding.

Bron: CBS, 19-2-2021

Lees meer over

  1. consumentenprijzen
  2. energie
  3. energieprijzen
  4. energietransitie
  5. energieuitgaven