1 februari 2018
Met veel bombarie werd bijna een jaar geleden de Bouwagenda van Wientjes gepresenteerd. Daarna bleef het stil, oorverdovend stil. Is deze agenda wel uitvoerbaar? Is het niet allemaal een beetje te groot en te bombastisch?
De zorgen over het lange wachten en de uitvoerbaarheid zorgen voor de eerste haarscheuren in het brede draagvlak binnen de sector. Vooralsnog zijn alle veertig deelnemers nog binnenboord. De vooruitzichten zijn dan ook florissant te noemen. En de grootste werkhonger wordt gestild door de aantrekkende economie. Ook leeft het besef dat de molens in ‘Den Haag’ nou eenmaal langzaam draaien.
Het opstellen van de Bouwagenda zelf ging bijna een jaar geleden wel in sneltreinvaart. Bernard Wientjes had zichzelf tot doel gesteld nog voor de formatie de agendapunten te formuleren. Binnen vier maanden werden elf roadmaps uitgestippeld met grote ambities: gezonde scholen, gasloos bouwen, nul-op-de-meterhuizen, alles circulair en klimaatbestendig.
Ruim veertig organisaties zetten hun handtekening onder het akkoord. Daarna was het wachten op de formatie zelf. Wientjes was ronduit trots dat het lukte om het woord Bouwagenda in het Regeerakkoord te krijgen. De agenda kon definitief rekenen op back-up vanuit Den Haag, inclusief een envelop met 300 miljoen euro. Sindsdien is het weer wachten: De Bouwagenda moet een plekje veroveren in het aangepaste Energieakkoord. Achter de schermen wordt daaraan hard gewerkt door de nieuwe klimaatminister Wiebes, die van plan is ‘Parijs’ definitief door te vertalen.
Ben Spiering, programmadirecteur van de Bouwagenda: “We hadden al dertig projecten in uitvoering kunnen hebben.”
“We hadden al dertig projecten in uitvoering kunnen hebben”, nuanceert directeur Ben Spiering van de Bouwagenda. Direct na de presentatie maart vorig jaar stroomden de projectvoorstellen binnen. Bewust is niet gekozen voor een vliegende start. “Dan hadden we voor de korte termijn goede sier kunnen maken met een concrete projectenlijst, maar dan mis je de essentie van de agenda. De opgave is gigantisch. Daarvoor is het essentieel proef te draaien met projecten die later opschaalbaar zijn. Wijken waarmee je kunt experimenteren, geschikt zijn als leertraject en tegelijk effectief zijn voor het beoogde sneeuwbal- effect.”
De groslijst met die projecten is afgelopen maanden zorgvuldig gewikt en gewogen. Spiering weet dat het ministerie van Binnenlandse Zaken twintig wijken op het oog heeft. Op de ‘shortlist’ staan twee wijken in het aardbevingsgebied in Groningen, Rotterdam-Zuid en Zoetermeer. Een primeurtje waar de bouw bijna een jaar op heeft moeten wachten.
Het is nog de vraag of de sector wel robuust genoeg is om een enorme extra bouwopgave op korte termijn uit te voeren. De tekorten aan handjes en materiaal stapelen zich nu al op, zonder dat nog maar een enkel bouwproject van de Bouwagenda loskomt. Die ontwikkelingen worden ook bij de Bouwcampus op de voet gevolgd. Minimaal 30 procent capaciteitsgroei moet zich deels door efficiencyslagen en deels door een totaal andere aanpak van projecten ontpoppen. “Revolutie”, predikt Wientjes dan ook en volgens Ben Spiering beseft een groot deel van de bouw al dondersgoed dat aanmodderen op de bestaande routes “uiteindelijk een doodlopende weg” is.
“Daar zijn de grote bouwers zich echt wel van bewust. Ze zijn hard bezig om te investeren in digitalisering en innovatie”, bevestigt ook Job Dura, voorzitter Raad van Bestuur van Dura Vermeer. “De grootste valkuil zou zijn om weer over te gaan tot de orde van de dag en om te weinig geld te reserveren voor vernieuwing in verband met de stijgende bouwkosten.”
De bouwdirecteuren van TBI, BAM, Ballast Nedam, Van Wijnen en VORM Bouw scharen zich achter het beeld dat de bouw weer voorzichtig gloreert, maar de marges nog flinterdun zijn. Een extra boost kan geen kwaad, want er zijn alweer genoeg zorgen verwachten de topmannen voor komend jaar. TBI-topman Sperling bevestigt dat de bouw nog altijd werkt volgens het principe dat “je geen paraplu koopt als de zon schijnt.”
De Bouwagenda werkt wel volgens het Chinese principe van een vierjarenplan met het oog op de lange termijn. Vorig jaar was het jaar van de agendering, 2018 is het jaar van voorbereiding en proefdraaien en 2019 begint de uitrol van grootschalige projecten om in 2020 te constateren dat ‘Parijs’ haalbaar moet zijn. Het verduurzamen van 100.000 huizen per jaar is al een enorme opgave, maar volgens de Agenda moet de uitvoering uitkomen op 200.000 woningen per jaar. “Dat kan alleen als de sector enorme slagen maakt en de uitvoering in rap tempo innoveert. En ook nog eens goedkoper en sneller.”
Het wachten is bijna niet meer uit te leggen aan onze leden, ervaart Philip van Nieuwenhuizen van MKB-Infra en AFNL. “Zij maken zich grote zorgen over de uitvoerbaarheid van deze enorme opgave. De vertaalslag van mooie plannen naar uitvoerbare projecten is een grote hobbel. Daar wordt hard aan gewerkt, maar dat neemt niet weg dat vooral onze MKB-leden vrezen voor de behapbaarheid van projecten als ze ooit echt op de markt komen.” De voorman staat bekend om zijn kritische geluid, maar gaat harde kritiek uit de weg. Hij ziet namelijk wel potentie in de ingeslagen route.
De meeste zorgen heeft Van Nieuwenhuizen over de capaciteit. “Gebrek aan handjes is nu al een probleem bij veel bouwers. Je kunt studenten gouden spades beloven, maar ze moeten er wel zijn en de instroom is zorgwekkend laag. Ik hoop nog steeds dat Albert Heijn kinderen bouwpakketjes gaat geven in plaats van moestuintjes. Het moet toch echt bij de basis beginnen. En we moeten een Dag in de Bouw junior invoeren, waarbij niet het bouwproject, maar het doewerk en het bouwen centraal staan. Ja, dan zijn we aan de late kant, maar de piek in de uitvoering ligt rond 2025 en dat zou toch kunnen helpen.”
Met enige jaloezie ziet Van Nieuwenhuizen de stad Parijs al grote stappen maken. “Daar worden nu 1 miljoen huizen in blokken energieneutraal gemaakt. Macron heeft haast en een versnelling in gang gezet. Fiscale maatregelen als de 0-procent-hypotheek voor verbouwingen en aftrekbaarheid van 30 procent van de kosten helpen daar enorm.”
Ook is er een convenant met energiemaatschappijen om besparingen ‘terug te kopen’ zodat de energierekening voor huizen gelijk blijft, maar toch geld vrijkomt voor verduurzaming van de bestaande voorraad. “Die richting moet Nederland ook op. En dan duurt het wachten wel lang, maar de agenda zou ineens wel met sneltreinvaart kunnen loskomen met zo’n pakket.”
Actieprogramma tot 2021
1. Verduurzaming van de bestaande woningvoorraad in 2021 is opgeschaald tot 100.000 woningen per jaar (Stroomversnelling)
2. Plan van Aanpak voor het binnenklimaat van alle scholen met een landelijk financieringsarrangement
3. Programmering van 1 miljoen nieuwe energieneutrale woningen: gemiddeld 100.000 woningen per jaar vanaf 2021
4. Meerjarig Programma-aanpak ‘nationale infrastructuur assets’ (wegen, bruggen, tunnels, sluizen, dijken, riolering, energienetwerken)
5. Bewoners van het aardbevingsgebied moeten zich gehoord voelen, en inzicht hebben in hun eigen woonsituatie; Living Lab BuildinG met innovatieve, aardbevingsbestendige en circulaire concepten
6. De diverse kennis- en onderwijsinstellingen echt complementair samenwerken, en aangehaakt bij alle Road Maps
7. Een Human Capital-agenda die de bouw prominent neerzet als ‘zeer aantrekkelijke werkgever’, met het oog op ten minste 50.000 extra benodigde banen
8. De relevante institutionele belemmeringen zijn benoemd en aangepakt
9. Bestaande en glorerende financierings- en investeringsmogelijkheden zijn samengebracht en ontsloten
10. Ten minste één Nationaal Icoonproject waarbij de nieuwe werkwijze zichtbaar is.
Bron: Ingrid Koenen (1-2-2018)
Bron: Cobouw
Kajsa Ollongren (minister BZK)
Bernard Wientjes (voorzitter Bouwagenda)
Ben Spiering (directeur Bouwagenda)
Philip van Nieuwenhuijzen (AFNL / MKB-Infra)