4 april 2023
Bron: Cobouw, W|E Adviseurs, Ministerie voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting
Auteur: Thomas van Belzen
datum: 3 apr. 2023
Rapport minister: bouw sjoemelt behoorlijk met milieuberekening nieuw huis
Ontwerpers en bouwers sjoemelen massaal met de wettelijke verplichte milieuberekeningen voor nieuwe woningen en kantoren. (MPG). Dat staat in een rapport dat is gemaakt in opdracht van minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.
Tijdens de bouw worden soms minder duurzame materialen toegepast dan in de verleende vergunning staan omschreven. Het komt ook voor dat PV-panelen die relatief zwaar drukken op de zogeheten MPG-score, bewust niet worden meegerekend. Daarnaast wordt er gesjoemeld met maatvoering. Gebrek aan data over bouwmaterialen is een ander probleem.
Het is de tweede keer in korte tijd dat de wettelijke bepaling voor milieuvriendelijk bouwen van woningen negatief in het nieuws komt. Begin februari bleek dat een gemiddelde warmtepomp qua materialen elf keer slechter is voor het milieu dan in de cruciale Nationale Milieudatabase voor bouwproducten werd aangenomen. Daardoor is het een stuk lastiger geworden om aan de wettelijke eisen uit het Bouwbesluit te voldoen. Hoe dit probleem wordt opgelost, is nog onduidelijk.
Het maken van zogeheten MPG’s is verplicht voor nieuwe woningen en kantoren. De milieuprestatieberekening is een optelsom van alle schaduwkosten van de toegepaste materialen in een gebouw. Per vierkante meter bruto vloeroppervlakte (BVO) per jaar wordt de slotsom in één getal weergegeven. De huidige norm is 0,8.
Versneld naar 0,5
Experts stellen dat die 0,8-score nieuwe woningen nauwelijks milieuvriendelijker maakt. Minister De Jonge is het daarmee eens en wil de lat daarom al in 2025 hoger leggen op 0,5. Eigenlijk was hij dat pas in 2030 van plan. Om te kijken of die versnelde aanscherping haalbaar is, liet hij de Stichting W/E Adviseurs een verkenning maken.
Uit die verkenning blijkt de aanscherping naar 0,5 in 2025 haalbaar is, zelfs wanneer woningbouwers nauwelijks aandacht aan die berekening schenken. Wel stellen de onderzoekers daar tal van kritische kanttekeningen bij.
MPG nauwelijks serieus genomen
Zo signaleren ze dat bouwers, opdrachtgevers en bevoegd gezag de MPG weinig serieus nemen. Controle op de onderliggende berekeningen is er nauwelijks. In 75 procent van de gevallen wordt er zelfs met de berekeningen gerommeld, schatten de onderzoekers. Experts die zij spraken, bevestigen dat beeld. “Er worden dan bijvoorbeeld incorrecte maatvoeringen doorgevoerd, zodat een lage MPG-score wordt behaald.”
Extra controles zijn volgens de onderzoekers noodzakelijk. “Incorrecte berekeningen leidt tot oneerlijke concurrentie”, schrijven ze in het rapport. “Bij bijvoorbeeld aanbestedingen en pr-uitingen, zijn de partijen, die correcte en complete berekeningen aanleveren, in het nadeel. Ze zien MPG-scores langskomen die zo laag zijn dat ze niet kunnen kloppen.”
Afwijken van vergunning tijdens de bouw
Gebrekkig toezicht op de huidige bouwpraktijk door gemeenten werkt gesjoemel in de hand. Soms wordt er tijdens de bouw afgeweken van in MPG’s opgenomen duurzamere materialen, wanneer die bijvoorbeeld niet leverbaar zijn of omdat werken met traditionele, minder duurzame producten, makkelijker wordt gevonden.
De rekenregels met betrekking tot PV-panelen blijken onduidelijk. Dat komt onder meer omdat ze ‘clashen’ met de BENG, de norm voor bijna-energieneutrale gebouwen: zonnepanelen pakken goed uit voor de energieprestatie van een gebouw, maar niet voor de milieuprestatie ervan. Soms worden extra PV-panelen bewust na oplevering pas op het dak gelegd. In dat geval kan dat vergunningsvrij. Om aanspraak te maken op de zogeheten MIA/VAMIL-regeling (subsidie) hoeft het aantal zonnepanelen ook niet te worden opgegeven.
Iedereen mag MPG’s maken. Ook dat is volgens de onderzoekers een probleem
Iedereen mag MPG’s maken. Ook dat is volgens de onderzoekers een probleem. En hoewel de MPG het gebruik van bouwmaterialen beoogt terug te dringen, is het voor kleinere woningen juist moeilijker om aan eventueel strengere eisen te voldoen. Dat komt doordat de totale som van materialen uiteindelijk wordt gedeeld door het aantal vierkante meters van een gebouw. Met andere woorden: hoe groter het gebouw, hoe ‘makkelijker’ het wordt om aan de wettelijke eis te voldoen.
De onderzoekers dringen aan op aanpassingen. Als opties noemen ze een gedifferentieerde eis per woningtype, een relatieve MPG-score of een andere vergelijkingseenheid dan het BVO.
Kritisch punt van aandacht zijn ook de beschikbare milieudata over bouwmaterialen. Op basis van die data maken ontwerpers en bouwers MPG’s, maar volgens de gebruikers zitten er nauwelijks data in de daarvoor bedoelde Nationale Milieudatabase. Niet alleen in absolute aantallen, maar ook in speciale productgroepen. Zo is er erg weinig bekend over installaties.
Verouderde data
Meerdere experts stellen dat een deel van de wel beschikbare data verouderd of incorrect zijn. Bepaalde bouwproducten komen daardoor gunstiger uit de verf dan ze daadwerkelijk zijn, zoals onlangs ook bleek bij warmtepompen.
Circulair, demontabel en industrieel bouwen (minder transport-emissies), wordt volgens de onderzoekers onvoldoende beloond in de rekensystematiek. Ook daar vragen ze aandacht voor. W/E Adviseurs heeft tien projecten onderzocht. Allemaal scoren ze een MPG-score van tussen de 0,4 en 0,5. Sommige woningen hebben een basis van beton, anderen van CLT of houtskeletbouw.
Black box
Hoe minister De Jonge reageert op de nieuwe inzichten is nog onduidelijk. Lisanne Havinga, wetenschapper duurzaam bouwen aan de TU Eindhoven, uitte onlangs in Cobouw flink kritiek op de MPG. Ze vergeleek het onderliggende stelsel van milieuvriendelijk bouwen met een black box.
Cobouw blijft het dossier op de voet volgen en start binnenkort met een serie. Die bestaat uit interviews met MPG-makers van beroep, LCA-deskundigen (Levenscyclusanalyses) en ervaringen van bouwers die graag milieuvriendelijk willen bouwen. Voor video-serie The Fixers is Cobouw op zoek naar projecten met hele lage MPG’s.