17 maart 2022
Bron: ANP, Bouwnieuws, Cobouw, bewerkt door VOO&A
Datum: 17-03-2022
Studenten in Delft lieten vrijdag 11 maart zien met een prototype hoe Nederland binnen een jaar naar schatting tussen de 160.000 en 320.000 woningen erbij zou kunnen krijgen. Deze woningen worden als extra lagen geplaatst op verouderde portiekflats in Nederland en de portiekflats zelf worden binnen datzelfde jaar gerenoveerd en geïsoleerd. Zo hoeven de oude flats niet gesloopt te worden en doordat de renovatie minimale overlast veroorzaakt, kunnen de bewoners in de flat blijven wonen.
De extra woonlagen bovenop de portiekflat fungeren als een soort batterij. Deze slaat zonne-energie op en kan het hele gebouw van stroom voorzien. Daarnaast is het mogelijk om regenwater op te vangen. Na filtering is dat zo schoon dat het gedronken kan worden - al laat de huidige regelgeving dat nog niet toe.
Het plan werd ontworpen door studenten van de TU Delft. Inmiddels zitten er ruim zeventig mensen in het team genaamd Symbiotic Urban Movement (SUM), vertelt een van de bestuursleden Nikki de Zeeuw. Ze heeft meegeholpen aan het project dat in mei en juni de Nederlandse inzending is van een internationale wedstrijd voor innovatieve gebouwen voorzien van hernieuwbare energie.
Als het aan haar ligt, blijft het niet bij die wedstrijd. "Wat mij betreft staan er volgend jaar portiekflats met bovenop duurzame woonlagen in Nederland. Maar het is afhankelijk van 'de hoge piefen' of dat ook doorgaat", aldus De Zeeuw. Regelgeving moet dan wel anders, ziet het bestuurslid. Ze heeft het bijvoorbeeld over de waterregels, waardoor regenwater nog niet hergebruikt mag worden als drinkwater, "terwijl de technische mogelijkheden voor filtering al aanwezig zijn".
Ook kijken gemeentes en bouwbedrijven meestal naar de kosten op de korte termijn. "Gemeentes kijken vier jaar vooruit, bouwbedrijven maximaal tien jaar. Ons plan is vooral voordelig als je ruim dertig jaar verder kijkt." De manier van renovatie en de extra woonlagen bovenop de portiekflat zorgen ervoor dat elementen in de flat makkelijk vervangen worden als ze kapot gaan. "Bij de traditionele manier van bouwen kan dat nog niet, dan is het gewoon stuk", aldus De Zeeuw.
Het team van de TU Delft werd mede gefinancierd door ABN AMRO. Een aantal bouwbedrijven hielpen met de bouw en de technische aspecten van het ontwerp. Het prototype is voor het eerst te zien op The Green Village in Delft.
Met een tweelaagse optop-module wil een team bouwkundestudenten uit Delft oude portiekflats energieneutraal of zelfs -leverend maken. Met een extra slaapkamer in het oude trappenhuis, want de ontsluiting gaat voortaan buitenom via galerijen.
De zogeheten SUM-module kan een oplossing bieden voor de 850.000 woningen in portiekflats die Nederland telt. Die worden ingrijpend verduurzaamd en vergroot, terwijl er per portiek ook nog eens vier compacte woningen worden toegevoegd. Zo wordt verduurzaming gecombineerd met het bestrijden van het woningtekort. De module is de inzending van de TU Delft aan de internationale verduurzamingswedstrijd Solar Decathlon. De nieuwste editie vindt deze zomer plaats in het Duitse Wuppertal.
“Het idee dat veel portiekflats uit de jaren vijftig, zestig en zelfs zeventig op de nominatie staan voor sloop en nieuwbouw, stuitte ons tegen de borst”, vertelt Nikki de Zeeuw, van het studententeam. “Dat is niet erg duurzaam en gooit hele wijken en sociale structuren overhoop. Want mensen moeten verhuizen, terwijl wij denken dat wij een portiekflat in een half jaar tijd kunnen opwaarderen, terwijl de bewoners in hun huizen blijven. Ze zullen best wat overlast ondervinden, maar aan het eind van de rit beschikken ze over een heel comfortabele woning, is de energierekening verdampt en zijn er allerlei interessante functies aan hun omgeving toegevoegd, waaronder ontmoetingsplekken, koffiehoekjes, buurtbibliotheken, gebedsruimten, werkplaatsen, van alles…”
De SUM-oplossing is wel wat duurder dan sloop-nieuwbouw. Maar dat komt volgens De Zeeuw, door het soms onnavolgbare subsidiestelsel. “Dat pakt erg gunstig uit voor energieneutrale of leverende nieuwbouw.”
Twee aspecten van het concept van (SUM (Symbiotic Urban Movement) springen in het oog. Het eerste is de optopping zelf, die één of twee lagen aan de flat toevoegt. Het tweede is het feit dat de portieken verdwijnen en de flats voortaan worden ontsloten via galerijen. Die zijn bereikbaar via een lift aan één van de kopse kanten en een trap aan de andere kant. De ruimte die in het portiek vrijkomt, wordt bij de woningen getrokken. Dat levert een extra slaapkamer van zo’n 10 vierkante meter op. Die is meer dan welkom bij de bescheiden woningen.
De studenten van SUM ontwierpen hun plan op een serie portiekflats aan De Dreef in Den Haag Zuidwest. Ze hielden daar ook interviews met de bewoners en hielden in hun plannen nadrukkelijk rekening met de context van de stad en de buurt. Maar de uitkomsten laten zich volgens De Zeeuw goed vertalen naar die andere 850.000 portiekwoningen in Nederland.
“We hebben ook niet een one size fits all-benadering gekozen. Dat zou niet werken. Hoewel naoorlogse portiekflats heel veel overeenkomsten hebben, door heel Europa heen zelfs, zijn er tegelijk ook grote verschillen. Niet alleen bouwkundig en installatietechnisch, ook de bewoners en hun gedrag variëren sterk, net het budget en de mogelijkheden van de eigenaar, meestal corporaties. Daarom hebben we een catalogus samengesteld waaruit die kunnen kiezen wat het best past bij de situatie. In de demonstratiemodule die we met onze partners hebben opgebouwd in Greenvillage Delft laten we zoveel mogelijk elementen uit die catalogus zien.”
De optopping, gebouwd in nauwe samenspraak met partner Daiwa House (het voormalige Jan Snel), is uitgevoerd als passiefhuis. De buitenschil is dik uitgevoerd en heeft een Rc-waarde van 8 tot 9. De gevelbekleding bestaat grotendeels uit kleurige zonnepanelen van Kameleon Solar, die een 17e-eeuws stadsgezicht van Delft in Delfts blauw laten zien. Voor een portiekflat in Den Haag zou de keus wellicht op een andere kleurstelling en afbeelding vallen, realiseert De Zeeuw zich. Maar ze verwachten dat dit internationaal beter wordt herkend en hoger scoort bij de jury. Ze willen immers meestrijden om de eerste prijs.
Wat de passieve optoppingen eventueel nog aan warmte nodig hebben, wordt als warme-lucht ingeblazen door de lucht-luchtwarmtepomp in de installatieruimte. Maar voeding met de PVT-panelen die ook op het dak liggen kan ook. Dat is weer dat catalogus-principe, verduidelijkt De Zeeuw: beide opties zijn mogelijk. PVT vergt een hogere begin-investering, maar het energetisch rendement en de levensduur zijn langer.
De optop-modules moeten zoveel warmte en stroom leveren dat ze ook de bestaande woningen van de benodigde energie kunnen voorzien. Die krijgen geen vloerverwarming, legt Arne Boenders uit, die binnen het SUM-team verantwoordelijk is voor de installaties. Dat zou een te grote ingreep vergen, maar we verspreiden de lagetemperatuur-warmte via radiatoren. Nieuwe als daar budget voor is en als dat er niet is, worden er ventilatortjes achter de radiatoren geplaatst, zodat er grotere warmteoverdracht is, die noodzakelijk is bij lagetemperatuurverwarming. Dat is weer dat catalogus-principe.
Ze krijgen een nieuwe schil, met een Rc van 5. Die bestaat uit isolatiemateriaal van gerecyclede pet-flessen, ingepakt in een nieuw en hard composietmateriaal van Holland Composites. De Groot & Visser levert de gevels compleet aan. Afgewerkt met steenstrips, zodat er ook nog iets van de oude aanblik van een portiekflat overeind blijft. De aansluitingen van de voorzetgevel op de bestaande zijn goed, maar zo luchtdicht als passiefhuis optopping zal volgens Boenders meestal niet lukken; vooral rond het dak en bij de plint zijn kwetsbare details waar ze de nieuwbouw passiefhuis-eis vaak niet zullen halen. De renovatie-eis halen ze probleemloos.
Het ontwerp is vrijdag 11 maart officieel geopend in proeftuin the Green Village in Delft. Daar staat het nog een maand naast twee eerdere Delftse inzendingen aan de Solar Decathlon. Daarna breken de studenten hem ook weer af en brengen hem in stukjes naar Wuppertal. In juni hebben ze dan twee weken tijd om hem opnieuw op te bouwen. Onderwijl kijkt de jury kritisch over hun schouders mee, net als bij de andere zeventien studententeams, die hun energiezuinige en biobased plan grotendeels zelfstandig opbouwen.
SUM krijgt een prominente plek op het expositieterrein in de Duitse stad en blijft daar aansluitend nog zeker drie jaar staan. Het keert dus voorlopig niet terug naar the Green Village. Dat vat De Zeeuw op als een goed teken. “Blijkbaar zien ze wel iets in ons ontwerp en de relevantie ervan voor de verduurzaming van de bestaande bouw.”
Het studententeam van Symbiotic Urban Movement, oftewel SUM, krijgt ondersteuning uit alle hoeken en gaten van de bouwwereld. Bijna 70 bedrijven en instellingen dragen een steentje bij. Hoofdpartners zijn: Daiwa House, Gemeente Den Haag, Smits Vastgoedzorg, De Groot & Visser en de TU Delft.