4 september 2019
Meer dan de helft van de Nederlandse kantoren is niet duurzaam genoeg om gebruikt te mogen worden vanaf 2023. Vanaf 1 januari van dat jaar moeten kantoren energielabel C hebben. Op dit moment voldoet 60% (oftewel 41 miljoen m2) van het kantooroppervlak nog niet aan deze eis. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de meerderheid van deze kantoren (83%) überhaupt nog geen energielabel heeft.
In de lijst van de grootste gebouwen in Nederland met de laagste labels (G) vallen op dat dit zeer invloedrijke publieke personen betreft:
1. Klaas Knot, De Nederlandse Bank (bezig met een energetische renovatie die wel zal leiden tot een goed niveau)
2. Dimitri de Vreeze, voorzitter RvC DSM NL (onbekend of deze gebouwen op tijd klaar zullen zijn)
3. Paul van Musscher, Politiechef Den Haag (ongetwijfeld bezig met de voorbereiding, want anders valt er niet op te treden in 2023)
Vier vragen over de 30 miljoen m² kantooroppervlak dat nog verduurzaamd moet worden.
Die 60 procent is ongeveer 41 miljoen m² kantooroppervlak. De meerderheid van deze kantoren heeft überhaupt nog helemaal geen energielabel. Een deel van de kantoren zonder label is relatief recent gebouwd of al verduurzaamd en zal in de praktijk al voldoen aan de eisen voor een label C of beter. Uit een conservatieve schatting van Calcasa blijkt dat er nog 29,7 miljoen m² verduurzaamd moet worden. Dat is 8,5 miljoen m² per jaar. Ter vergelijking: in de afgelopen drie jaar is de kantooroppervlakte met energielabel C of beter jaarlijks gemiddeld met 4,2 miljoen m² toegenomen. Er moet dus een tandje worden bijgezet om binnen 3,5 jaar de doelstelling te kunnen halen. Michiel Boonen van vastgoedadviseur JLL, verwacht echter weinig problemen. 'Verduurzaming van label D of E naar label C is relatief makkelijk te bewerkstelligen en kan, mits er voldoende personeel in de bouw beschikbaar is, binnen een jaar gerealiseerd worden.'
Op sommige locaties is verduurzamen geen optie meer. Daar is het vanuit financieel perspectief niet rendabel en moet er een alternatief bedacht worden voor (leegstaand) kantorenvastgoed. Dit kan sloop zijn, of transformatie. Uiteindelijk zullen sommige beleggers op sommige locaties de waarde van het vastgoed af moeten schrijven, maar dit heeft tijd nodig. Op de beste locaties in de grote steden en voor grotere kantoorgebouwen is er vaak wel een rendabel scenario. Daar wordt veelal al aan plannen gewerkt, of is verduurzaming zelfs al doorgevoerd. Het is belangrijk om te weten dat de eisen alleen gelden voor kantoren die groter zijn dan 100 m². Grote bedrijfshallen met een kantoortje tellen niet mee. Dat geldt ook voor monumentale panden.
Er is een onderscheid te maken tussen de grote (institutionele) eigenaren van kantoren in Nederland en kleinschaligere kantoren. Het lijkt er op dat vooral ‘kleinere’ en oudere kantoren achter lopen qua verduurzaming. Bij dit soort kantoren (vaak op minder goede locaties), is het financieel moeilijk om een verduurzaming nog terug te verdienen en is het dus ook maar de vraag of een verduurzaming door de (huidige) eigenaar doorgevoerd zal worden. De grote institutionele kantoren voldoen naar alle waarschijnlijkheid wel aan alle eisen. 'De problemen zitten bijvoorbeeld niet op de Zuidas of in het centrum van Rotterdam. Ook zijn regionale centra als Groningen in trek. Daarentegen zijn bijvoorbeeld snelweglocaties niet meer aantrekkelijk. Het openbaar vervoer wordt steeds belangrijker en die kantoren zijn vaak in de jaren ‘80 gebouwd. Ze liggen dus niet op een aantrekkelijke plek en zijn niet duurzaam genoeg. Beleggers gaan vaak pas investeren als er huurders zijn. Op deze plekken zijn huurders moeilijk te vinden. Net zoals in steden als Dronten en plekken aan de rand van het land,' zegt Boonen.
Het energielabel is verplicht gesteld bij verkoop. Als een gebouw nog niet verkocht is, krijg je ook geen label. Labels worden wel steeds belangrijker. 'De Coca-Cola’s en Unilevers van deze wereld willen echt een duurzaam ‘huis’ hebben. Sommige bedrijven stellen dan eisen aan het label dat aan een gebouw hangt. Energielabel C klinkt misschien niet ambitieus, maar dat komt door de stapsgewijze aanpak van het Rijk. Richting 2030 worden A- en B-labels de norm. Dat vergt echter wel grote investeringen. Dan moet er gedacht worden aan het vervangen van installaties en soms zelfs de gevel. Dat kan je op zo’n korte termijn, zoals 2023, niet vragen,' vertelt consultant Boonen.
bronnen: Calcasa, Stadszaken
Politie Den Haag - Label G - Paul van Musscher
De Nederlandse Bank - Label G - Klaas Knot
DSM NL - Label G - Dimitri de Vreeze
2019-09/energielabel-kantoren-naar-bouwjaar