28 oktober 2021
Bron: ANP, bewerkt door Bouwformatie, 28 oktober 2021
Foto: ANP / Hollandse Hoogte / ROBIN UTRECHT
De Raad van State roept het kabinet op 'met spoed' extra maatregelen te treffen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Het is 'onverantwoord' dat de doelstellingen uit de Klimaatwet 'uit het zicht raken', aldus de belangrijkste adviseur van het kabinet en de Tweede Kamer.
'De klimaatcrisis is niet iets van de toekomst, die is al volop aan de gang', waarschuwt vicevoorzitter Thom de Graaff van de Raad van State. 'En dat had het parlement en de regering allang wakker moeten schudden.'
Hij wijst onder meer op een recent rapport van het VN-klimaatpanel IPCC, waarin gewaarschuwd wordt dat de aarde sneller opwarmt dan eerder gedacht. Ook bijvoorbeeld de overstromingen in Limburg van afgelopen zomer onderstrepen volgens de Raad van State dat klimaatverandering zich ook in Nederland al laat voelen.
In de Klimaatwet is vastgelegd dat de uitstoot van broeikasgassen, waaronder koolstofdioxide (CO2), in 2030 met bijna de helft moet zijn verminderd ten opzichte van 1990. Voor 2050 is een doel vastgelegd van 95 procent. Uit berekeningen van het Planbureau voor de Leefomgeving blijkt dat bij het huidige beleid, de doelstelling voor 2030 zelfs in het gunstigste geval niet wordt gehaald.
Dat is 'ernstig en zorgelijk', vindt De Graaf. Het kabinet mag demissionair zijn, het is nog altijd gebonden aan de Klimaatwet. Die is juist opgesteld om ervoor te zorgen dat er voortdurend stappen worden gezet richting de klimaatdoelstellingen, ook als de wisseling van de wacht, zoals nu, langer duurt dan gehoopt.
De Raad van State vindt daarnaast dat de Klimaatwet moet worden aangescherpt. Mede op aandringen van Nederland is inmiddels Europabreed afgesproken dat de uitstoot in 2030 met 55 procent moet zijn verlaagd. Het zou volgens De Graaf "wel heel raar zijn" als Nederland daar zelf niet in meegaat.
Bovendien zou de doelstelling voor 2030 in de Klimaatwet een harde resultaatverplichting moeten worden. Het huidige doel van 49 procent is slechts een inspanningsverplichting. Ook pleit de Raad van State ervoor een tussendoel te formuleren voor 2040.
Ook voor de partijen aan de formatietafel heeft de Raad van State aanbevelingen. Zo zou er in een volgend kabinet een aparte minister moeten komen die de verantwoordelijkheid voor het totale klimaatbeleid draagt. Nu is het klimaatbeleid ondergebracht bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
------
Bron: AFM in NOS.nl (bewerkt)
Huizenbezitters en ondernemers beseffen vaak niet dat ze door klimaatverandering meer risico lopen op schade die hun verzekering niet dekt. De Autoriteit Financiële Markten roept daarom op tot meer bewustwording, heldere voorwaarden van verzekeraars en ingrijpen door de overheid. Risico's zijn instortingsgevaar, brandgevaar en lekkages. (Foto: Nederlandse risico-gebieden in rood (groot risico) tot lichtblauw (weinig risico), TNO data op slappe bodem bewerkt door SWECO)
Als voorbeeld wijst de AFM naar de overstromingen in Limburg van afgelopen zomer, waarbij een deel van de honderden miljoenen euro's schade niet verzekerd was, tot verbijstering van de gedupeerden. Door de klimaatverandering is het risico op dit soort overstromingen in de toekomst groter. Verzekeraars zijn zich al vele jaren bewust van klimaatverandering en de risico's, en hebben deze in afgelopen jaren geschrapt uit de polissen.
Klimaatverandering vergroot ook de kans op droogte, wat door het dalende grondwaterpeil kan leiden tot verzakking of zelfs instorting van huizen. In Nederland lopen naar schatting 800.000 woningen dat risico, terwijl er sinds vorig jaar geen enkele verzekeraar meer is die dat soort schade dekt. Zo'n schade bedraagt gemiddeld 64.000 euro.
"Het is belangrijk dat consumenten en ondernemers hiervan op de hoogte zijn", raadt de AFM aan in een rapport. "Om deze risico's te beheersen kunnen consumenten hier in hun financiële planning rekening mee houden, waar mogelijk verzekeren en preventieve maatregelen nemen." Het risico op verzakking moet bijvoorbeeld meegewogen worden bij de koop van een woning of ingecalculeerd worden bij het onderhoud.
De AFM legt uit dat verzekeraars deze schade moeilijk kunnen dekken, doordat het complex is een premie vast te stellen voor grote incidenten die niet vaak voorkomen (zoals een overstroming) of waarvan de impact nog niet bekend is (zoals schade door klimaatverandering). Bovendien zouden verzekeraars failliet kunnen gaan als ze de schade voor grote rampen moeten vergoeden.
"Consumenten doen er daarom goed aan om te bekijken welke klimaatgerelateerde dekking hun verzekeringspolis heeft, want er zijn grote onderlinge verschillen", waarschuwt de AFM. Zo is schade aan inboedel soms wel verzekerd als een dak lekt (directe waterschade) maar gelden voor indirecte schade als een overstroomde sloot soms aanvullende voorwaarden. Treedt een grote rivier als de Maas buiten zijn oevers, dan wordt de schade nooit vergoed door de verzekeraar.
Ook de voorwaarden voor schade aan bijvoorbeeld zonnepanelen kunnen belangrijk zijn. Een opstalverzekering dekt meestal schade door noodweer, behalve onzichtbare scheurtjes door hagelstenen. Consumenten moeten zich daarom bewust zijn van gevolgschade daarvan als het verlies van opbrengst en een hoger brandrisico.
De AFM hoopt dat burgers hulp krijgen bij het probleem. "Het ligt voor de hand dat de overheid en de sector gezamenlijk naar oplossingen zoeken", concludeert het rapport. De overheid kan bijvoorbeeld kijken naar een tegemoetkoming in de schade, het verplichtstellen van bepaalde verzekeringen of meer aandacht voor preventie. Verzekeraars moeten in polissen goed uitleggen wat wel is gedekt en wat niet.
Discussie over de dekking van schade door klimaatverandering is volgens de AFM nodig omdat de omvang ervan de afgelopen jaren wereldwijd flink is toegenomen: in de jaren 70 was er jaarlijks gemiddeld 25 miljard dollar schade, de afgelopen tien jaar was dat 222 miljard. Van de 190 miljard dollar schade die natuurrampen vorig jaar aanrichtten, was 109 miljard onverzekerd.
Geeke Feiter, directeur Schade bij het Verbond van Verzekeraars, onderschrijft de oproep van de AFM. "We zijn heel blij met de aandacht die de AFM hiervoor vraagt. Regen, hagel en storm zijn echt het probleem niet, maar de funderingsproblemen en overstromingen zijn dusdanig groot en dusdanig zeker dat je het niet reëel kan afdekken. Daarom is het hoog tijd voor publiek-private samenwerking."
Feiter hoopt dat er een minister voor Wonen in het nieuwe kabinet komt, die de aanpak kan stroomlijnen. "Als consument zit je met de schade maar je hebt zelf het stuur niet in handen: bij het beheer van het grondwaterpeil spelen bijvoorbeeld tegengestelde belangen. Dat vraagt om regie."
Klimaatverandering vergroot ook de kans op droogte, wat door het dalende grondwaterpeil kan leiden tot verzakking of zelfs instorting van huizen. In Nederland lopen naar schatting 800.000 woningen dat risico, terwijl er sinds vorig jaar geen enkele verzekeraar meer is die dat soort schade dekt. Zo'n schade bedraagt gemiddeld 64.000 euro.
Thom de Graaff (vice-voorzitter RvS)
Willem Alexander (voorzitter RvS)