5 november 2021
Bron: Cobouw, 4 november 2021
Nederland moet stoppen met bouwen in het westen van Nederland. Dat zegt onderzoeker duurzaam bouwen Ronald Rovers in aflevering 5 van The Fixers. Bestaande snelwegen tussen Antwerpen en Groningen zouden volgens hem kunnen fungeren als toekomstig dijklichaam. “Een radicaal verhaal? Nee, realistisch.”
Eerste publicatie door Thomas van BelzenSinds de watersnood in Limburg afgelopen zomer staat bouwen onder de zeespiegel weer hoger op de politieke agenda. Het KNMI kwam afgelopen zomer met nieuwe cijfers en schat dat de zeespiegel tot de komende 180 jaar zeker met 1,20 meter stijgt. Sterker, voor het eerst zijn er scenario’s, waarbij een stijging van twee meter voor in diezelfde periode niet meer wordt uitgesloten. Daarmee komt onmiddellijk de vraag bovendrijven of bouwen in de meest kwetsbare delen van Nederland nog wel verstandig is.
Ronald Rovers, expert op het gebied van klimaatvriendelijk bouwen en onder meer auteur van het boek Gebroken kringlopen, vindt van niet. In aflevering 5 van The Fixers (sinds vandaag te bekijken via YouTube en Cobouw.nl) dringt hij aan op drastische maatregelen. Het kabinet zou volgens hem het land in tweeën moeten splitsen.
Het ene deel van Holland (zie afbeelding) noemt hij buitendijks en daar liggen steden zoals Amsterdam, Rotterdam en Leeuwarden, waar niet meer gebouwd zou moeten worden. In het andere deel (Noord-Brabant, Overijssel, Drenthe en Gelderland) juist wel.
“Feitelijk liggen de funderingen voor die toekomstige dijk er al. Rijkswaterstaat had wat dat betreft een vooruitziende blik. Je zou grofweg de snelwegen A58, A16, A59, A2, A27, A28, A32 en de A7 zes tot acht meter moeten ophogen. Daar kun je dan weer windmolens opzetten.”
(tekst gaat verder onder de foto)
Volgens Rovers zijn er beleggers in Noord-Holland die nu snel grond verkopen. “Ze weten namelijk dat het over dertig jaar niets meer oplevert. Mijn voorstel radicaal? Het is nuchter realistisch. We kunnen niet iedere woning in Nederland op kosten van de staat op palen of op een terp gaan zetten. Dat is onbetaalbaar.”
In aflevering 5 van The Fixers, over bouwen in, onder en op het water, spreekt Cobouw-journalist Thomas van Belzen verschillende architecten en bouwers. De meesten zijn het niet met Rovers eens. Een van hen is Roemer Pierik, partner bij EGM Architecten. In opdracht van de gemeente Dordrecht maakte zijn bureau een studie voor wijken waar bewoners tijdelijk kunnen vluchten als het water stijgt.
Pierik: “Dordrecht gebruikt de thematiek water als hefboom voor gebiedsontwikkeling en denkt daar op een intelligente manier over na.” Voor stadsdeel de Staart ontwierp EGM Architecten een grootschalige schuillocatie waar tijdelijk 56.000 mensen naartoe kunnen worden geëvacueerd. Of het er gaat komen, is onduidelijk. “Maar we moeten niet bang zijn voor het water”, vindt Pierik. Dat zijn we in Nederland ook niet.”
Martijn Niehof, programmadirecteur gebiedsontwikkeling bij KuiperCompagnons weigert eveneens mee te gaan in de opvattingen van Rovers. Hij werkte mee aan een plan voor het bouwen van 8000 woningen in de Zuidplaspolder, nabij het laagste punt van Nederland. De gemeente is inmiddels akkoord met de komst van het zogeheten vijfde dorp, maar bewoners van het gebied zitten er niet op te wachten. “Ben je van de pot gerukt”, zegt een van hen. “Hier wordt helemaal niets gebouwd.”
Volgens Niehof is het niet de vraag of je moet bouwen in kwetsbare delen van Nederland, maar hoe. Bouwen beneden de zeespiegel vraagt wel degelijk om andere bouwmethodes, zegt hij. “In dit gebied doen we dat ook en zijn de bodem en het water leidend. De lagere en slappe delen gebruiken we voor landschapsontwikkelingen, op de stevige delen bouwen we. Misschien wel drijvende woningen, misschien wel woningen op palen.”
Heel west Nederland verhuizen naar het oosten is ook volgens Eelke Kingma, bewoner van de Amsterdamse drijvende wijk Schoonschip, niet nodig. “We kunnen veel meer drijvende woningen bouwen. Er zijn ook al voorbeelden van drijvende torens. Ik denk dat we veel steden in het water kunnen uitbreiden. Waarom bouwen we geen wijken in de uiterwaarden van rivieren die af en toe onderlopen bij hoog water?”
Kingma vraagt aandacht voor onnodig ingewikkelde regels rondom drijvend bouwen. Ook de financiering is een aandachtspunt. “We zitten met zijn allen vast aan een traditionele manier van denken. Met ons project Schoonschip wilden we letterlijk schoon schip maken met de huidige manier van bouwen.
Jeroen de Leeuw, groepsleider technisch management bij ingenieursbureau Witteveen+Bos heeft een plan bedacht voor steden zoals Valkenburg, waarbij het water geen kant op kan bij hoge waterstanden. Hij stelt voor het water onder het dorp te leiden als een soort bypass via een enorme schacht en een tunnel onder de stad.