Nederland nog steeds in bezemwagen Europa qua duurzame energie

9 mei 2019

Nederland nog steeds in bezemwagen Europa qua duurzame energie

Nederlander denkt dat we al op tientallen procenten zitten. Niet dus.

Bron: ANP, Bewerkt door redactie NRP Spaat het Klimaat

DEN HAAG - Van alle EU-landen is Nederland het verst verwijderd van het verwezenlijken van de doelstellingen voor duurzame energie.

In 2017 kwam 6,6 procent van de opgewekte energie uit duurzame bronnen zoals windmolens en zonnepanelen. Volgend jaar moet dat volgens Nederlandse akkoorden, in lijn met EU-afspraken 14 procent zijn. Volgens het CBS wordt in ons land relatief weinig duurzame energie opgewekt, doordat bijna iedereen hier aardgas heeft. Volgens anderen speelt een mix van factoren een rol, zoals de kenmerken van het land (weinig hoogteverschillen, nodig voor traditionele waterkracht, hoge bevolkingsdichtheid en weerstand tegen veranderingen, met name in landschap en ruimtelijke ordening, wind- en zonne-energie vragen meer ruimte) ook de ‘voor een dubbeltje op de eerste rij’-willen-zitten-mentaliteit en onduidelijke afspraken in convenanten een belangrijke factor.

Luxemburg haalde in 2017 weliswaar minder energie uit hernieuwbare bronnen dan Nederland (6,4 procent), maar heeft met 11 procent een lagere doelstelling voor volgend jaar.

Elf lidstaten hebben hun doelstellingen voor de opwekking van hernieuwbare energie voor 2020 al gehaald. Zweden is koploper en wekt meer dan de helft (54,5 procent) van de energie op uit duurzame bronnen. Dat is ruim boven de doelstelling van 49 procent. Finland, Letland, Oostenrijk en Denemarken zitten boven 30 procent opgewekte duurzame energie.

Greenpeace is niet blij met de cijfers. ,,Wederom blijkt dat Nederland geen voorloper is, maar in de achterhoede hobbelt. Het aandeel duurzame energie moet nu echt snel omhoog, door vol in te zetten op zonne- en windenergie. Tegelijkertijd moeten we afscheid nemen van het fossiele tijdperk", zegt Faiza Oulahsen.

Uit ander CBS-onderzoek bleek al dat Nederland ook slecht scoort als het gaat om vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Vergeleken met 1990 is die uitstoot nu 14,5 procent lager, waar een daling van 25 tot 40 procent in 2020 werd beoogd. Daarmee neemt ons land ook op dat punt binnen de EU geen beste positie in. De rechter oordeelde al vele jaren geleden dat Nederlandse rijksoverheid haar zorgplicht tegenover haar eigen burgers niet voldoende is nagekomen. Beloftes van ministers om alsnog tijdig te voorzien in het behalen van de doelstellingen hebben weinig effect gehad, behalve een daling van het vertrouwen in de politieke mainstream partijen. 

In Oost-Europese landen is juist wel een grote reductie van broeikasgassen gerealiseerd, doordat na de val van de Berlijnse Muur veel vervuilende industrieën zijn verdwenen of gemoderniseerd.

Nu Nederland in hoog tempo afhankelijk gaat worden van import van gas, door het stoppen met onttrekken van gas uit de Groningse velden (zie figuur) is er meer reden om vanuit de onafhankelijkheid ten opzichte van Rusland en andere gasleverende landen, een hoger tempo in te zetten.