Maximaal 4 tot 6 duizend woningen extra door verkiezingen Tweede Kamer

11 maart 2021

Concrete maatregelen uit verkiezingsprogramma’s hebben minder effect dan de genoemde aantallen in dezelfde programma’s.

De financiële maatregelen die politieke partijen in hun verkiezingsprogramma's voorstellen, hebben een beperkt effect op het woningaanbod. Dat meldt het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) op basis van de programma's van acht politieke partijen. Het instituut concludeert dat de beoogde impulsen voor de woningbouw op jaarbasis zullen leiden tot 4000 tot 6000 extra woningen.

Dat aantal is veel lager dan de aantallen die worden nagestreefd in de verkiezingsprogramma's. Bovenaan de lijst van financiële maatregelen staat een verlaging van de verhuurderheffing voor woningcorporaties. Corporaties betalen die jaarlijkse belasting over het bezit van de meest betaalbare huurwoningen. De verhuurderheffing is gebaseerd op de WOZ-waarde. Bijna alle partijen willen de belasting verlagen en sommige willen de heffing volledig afschaffen, zodat de corporaties meer kunnen gaan bouwen.

Daarvoor geldt volgens het EIB dat de overgrote meerderheid van corporaties de komende jaren al genoeg middelen heeft om woningen te bouwen. Dat de bouw van sociale huurwoningen achterblijft bij de doelstellingen is het gevolg van andere factoren. Het EIB noemt onder meer als oorzaken dat de procedures en onderhandelingen lastig zijn en dat er onvoldoende locaties worden aangewezen.

Naast geld is woningbouw vooral afhankelijk van geschikte bouwlocaties. De aandacht voor ruimtelijk beleid is niet groot in de verkiezingsprogramma's, vindt het EIB. Er zouden kansen liggen om veel woningen te realiseren in groene omgevingen buiten het dichtbebouwd stedelijk gebied. De meeste politieke partijen willen meer centrale sturing rond de woningbouw. Dat zal volgens het EIB weinig effect hebben zonder meer mogelijkheden om in die groene ruimte te bouwen.

Bron: EIB, ANP, Bouwnieuws, bewerkt door VOOA

Datum: 10-3-2021