Energierapport schiet tekort voor lange termijn perspectief

4 februari 2016

Energierapport schiet tekort voor lange termijn perspectief

Op maandag 18 januari presenteerde minister Henk Kamp van Economische Zaken het Energierapport 2016. De minister wilde een lange termijn perspectief voor de nederlandse energievoorziening geven.

Achtergrond

Het Energierapport beoogt antwoord te geven op onder andere het advies van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (RLI) van september 2015. De vraag van Minister Kamp aan de RLI was: "Hoe komen we tot een volledig duurzame energievoorziening in 2050?" De RLI adviseerde o.a. om reductiedoelstellingen wettelijk vast te leggen (bron: rli.nl) en voor de gebouwde omgeving te streven naar energieneutraliteit in 2035. NRP Spaar het Klimaat keek daarom hoopvol uit naar het energierapport van EZ en inventariseerde de reacties van maatschappelijke organisaties.

Ook de Algemene Rekenkamer kwam in december 2015 met een belangrijke evaluatie, “Energiebeleid: op weg naar samenhang”. Terugkijkend op tien jaar energiebeleid, stelt de Algemene Rekenkamer dat het beleid niet wezenlijk verandert, maar dat opeenvolgende kabinetten wel steeds andere accenten leggen. De resultaten van het beleid zijn voor betaalbaarheid en betrouwbaarheid redelijk goed. Voor duurzaamheid zijn de resultaten echter achtergebleven. Dit komt door het gebrek aan samenhang in het beleid èn door de vrijblijvende instrumenten voor energiebesparing die het kabinet inzet. Haar conclusie: "Het Nederlandse energiebeleid heeft te weinig samenhang en verdient een betere prioritering. En om de doelen van de verduurzaming te halen zal het kabinet nu keuzes moeten maken."

Uiteenlopende reacties

Uit de hoek van VNO-NCW, Energie-Nederland en de Vereniging voor Energie, Milieu en Water (VEMW) zijn de reacties overwegend positief. Wat sommige partijen zien als een gebrek aan ambitie noemen deze organisaties realistisch. De Koninklijke Vereniging van Gasfabrikanten in Nederland (KVGN) schrijft: “Het kabinet kiest in het Energierapport voor een noodzakelijk en realistisch traject op weg naar een CO2-arme energiehuishouding in 2050” (bron: kvgn.nl). Juist het gebrek aan concrete beleidsvoornemens maakt dit rapport een mooi basisdocument voor “een open gesprek met alle belanghebbenden”, volgens Energie-Nederland. Ze doelen hiermee op de “Nationale Energiedialoog” waartoe in het rapport wordt opgeroepen. Deze dialoog moet zorgen voor concrete oplossingen op lokaal niveau.

De milieuorganisaties zijn echter hard in hun oordeel. Tjerk Wagenaar, directeur van Natuur & Milieu stelt: “Het Energierapport brengt de afgesproken klimaatdoelen volledig buiten bereik”. “Investeerders en ontwikkelaars staan al jaren te springen om helder, betrouwbaar langetermijnbeleid. Dat is de impuls die zij nodig hebben om te investeren in grootschalige projecten en innovatie. Het kabinet erkent in het rapport de noodzaak van innovatie, maar geeft vervolgens geen invulling aan hoe deze tot stand moet komen” (bron: natuurenmilieu.nl). Teun Bokhoven, voorzitter van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) stipt een vergelijkbaar punt aan. Hij schrijft in een reactie dat “het rapport niet concreet beschrijft hoe deze ver weg gelegen doelstelling gehaald moet worden. Concrete tussendoelen, doelen voor hernieuwbare energie en besparing ontbreken” (bron: nvde.nl). Joris Wijnhoven, campagneleider bij Greenpeace zegt in een reactie: “Kamp weet ook wel dat het fossiele tijdperk ten einde is, maar kan het niet opbrengen deze terminale patiënt uit zijn lijden te verlossen” (bron: duurzaamnieuws.nl).

De meest vernietigende kritiek komt uit de hoek van journalist Marc Chavannes van De Correspondent. Hij schrijft in zijn stuk: “In Parijs werd de urgentie wereldwijd vastgesteld. "Wacht op het Energierapport", was steeds het antwoord van de Nederlandse regering. Nu is het er. En wat zie je dan? Een rondleiding voor groep 8 door de energiesituatie van vijf jaar geleden”. Hij noemt het gebrek aan een plan “dramatisch” en “een belediging voor het gezond verstand”. (bron: decorrespondent.nl).

Opvallend is dat vanuit politieke hoek nog nauwelijks wordt gereageerd op het rapport. Sommige individuele kamerleden spreken zich wel duidelijk uit. Stientje van Veldhoven (D66) reageert via Twitter: “Alles staat erin, behalve concrete keuzes van het kabinet”. Haar collega van GroenLinks, Liesbeth van Tongeren, noemt het rapport “Zwaar teleurstellend, deze ambitieloze kabinetsvisie op de Nederlandse energievoorziening” (bron: groenlinks.nl). De CDA-fractie van de Provinciale Staten Flevoland reageert zijdelings op het rapport omdat Kamp de deur voor schaliegas openhoudt. GroenLinks is tot op heden de enige partij die op landelijk niveau een officiële reactie geeft. Zij vinden dat het document niet uitstraalt dat Nederland echt voor een duurzame toekomst gaat. Ze willen hierover in debat met minister Kamp (bron: groenlinks.nl). Vermoedelijk houden de andere partijen hun kruit droog tot het rapport in de Tweede Kamer op de agenda staat.

Europees klimaatbeleid leidend voor het nederlandse energiebeleid

In het Energierapport wordt op pagina 10 gesteld dat Nederland zich gaat inzetten voor de versterking van het Emissiehandelssysteem (ETS) en het in mondiaal en Europees verband uitvoeren van het VN Klimaatakkoord. Nederland wil tijdens haar EU-voorzittersschap dit jaar inzetten om deze doelstellingen verder te verdiepen. Het ETS wordt gezien als hoeksteen van het Europese en Nederlandse klimaatbeleid. De Nederlandse overheid wil "zich inzetten voor verbetering van de huidige manier van toewijzing van rechten voor industrieën die het internationaal gezien echt nodig hebben" (kader, pagina 41).

Greenpeace is sceptisch over de belofte van ETS. Joris Wijnhoven stelt dat het vertrouwen van minister Kamp in het emissiehandelsstelsel misplaatst is: “de CO2-prijs is en blijft zo laag dat er niet mee te sturen valt. In die wetenschap moet je jezelf dus nationale doelen stellen” (bron: duurzaamnieuws.nl).

Beleving van de burger

Voor het Energierapport heeft de minister een opinieonderzoek laten uitvoeren. Dit is het onderdeel van het rapport dat waarschijnlijk het meest bij zal blijven van dit rapport. Zelfs cabaretier Arjan Lubach besteedt aandacht aan het rapport in zijn satirische televisieprogramma. Uit het onderzoek blijkt namelijk dat de gemiddelde Nederlander geen idee heeft van duurzaam Nederland is. Ze overschatten het aandeel van duurzame energie in de Nederlandse energiemix met ruim 30 procentpunten. Daarnaast blijkt de energietransitie voor de gemiddelde burger weinig prioriteit te hebben.

Het gebrek aan gevoel van urgentie bij het publiek speelt een afwachtende overheid in de kaart. Als de burger er geen haast mee heeft, dan voelt een kabinet niet de steun om met concrete plannen te komen. De keuze om met de stakeholders "om tafel te gaan" in de “Nationale Energiedialoog” lijkt daardoor te worden ingegeven.

Energiedialoog "van onderop"

Om de doelstellingen van het energieakkoord, maar nog meer voor de lange termijn, te halen, vraagt om een trendbreuk in het maatregelpakket en betrokkenheid van nieuwe spelers. Inspraak van de traditionele stakeholders over de beste maatregelen levert dat niet. Door de partijen die graag in de dialoog worden betrokken wordt positief op de oproep gereageerd. Organisaties zoals VNO-NCW en Gasunie laten in hun reacties weten graag hun steentje bij te willen dragen.

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten grijpt de oproep aan om het initiatief naar zich toe te trekken. In een reactie schrijft de VNG: “De VNG keert de uitnodiging van het Rijk om: Gemeenten nodigen, samen met provincies en waterschappen, het Rijk uit om in gesprek te gaan over hoe de energietransitie van onderop vorm kan worden gegeven” (bron: vng.nl). De VNG geeft ook aan binnenkort zelf te komen met een concreet voorstel voor regionale energiestrategieën. Het Interprovinciaal Overleg (IPO) sluit zich grotendeels bij de boodschap van de VNG aan. Ook zij geven aan meer centraal gesteld te willen worden in de uitvoering. “Provincies zijn geen uitvoeringsloketten van de Rijksoverheid.”, stelt IPO in een reactie. IPO-bestuurder Arie Stuivenberg wil om tafel met de VNG en de Unie van Waterschappen, bedrijven, inwoners en andere organisaties om te kijken “hoe we de energietransitie van onderop vorm kunnen geven”.

De vraag kan worden gesteld of de genoemde dialoog concrete maatregelen vertraagt. “Voor de concrete uitvoering wordt nog veel verwezen naar de ‘dialoog’, een term die 56 maal voorkomt in het document” (bron: isoleren.nl)

NRP Spaar het Klimaat

Positief is dat met dit rapport voor het eerst een kabinetsstandpunt wordt ingenomen waarin een volledig duurzame energievoorziening wordt geambieerd. Het rapport biedt inzicht in de overwegingen en de complexiteit van het onderwerp. De doelstellingen van het Energieakkoord worden nog eens helder uiteengezet. Daarmee erkent het kabinet het nut en de noodzaak van de transitie en zet het hoger op de politieke agenda.

Het rapport spreekt veel over innovatie, en dat die moet helpen om de doelstellingen te halen. De uitkomsten van innovatie zijn echter onvoorspelbaar, terwijl het bekend is dat met bestaande technologie de doelstellingen tijdig kunnen worden gehaald. Innovatie kan dat proces versnellen of kosten-efficienter maken. Op de toekomstige uitkomsten van innovatie is het lastig om beleid te voeren.

De visie van minister Kamp lijkt te zijn dat de overheid vooral moet faciliteren en stimuleren. NRP Spaar het Klimaat ziet het als onvermijdelijk dat de overheid meer regie voert door structurele maatregelen. Veel marktpartijen zijn van goede wil, maar kiezen in een concurrerende markt vaak alleen voor verplichte maatregelen en langdurige en structurele stimulerende maatregelen. De markt heeft behoefte aan dergelijke concrete maatregelen.

Het gebrek aan concrete tussentijdse doelstellingen en maatregelen is een gemiste kans. De vraag is wanneer de minister met een actieplan komt. Terwijl de tussentijdse evaluaties van het energie-akkoord tegenvallen, het kabinet heeft gezegd dat zij de uitspraak van de rechter inzake de "klimaatzaak" volgt, wil de minister in 2016 een nieuwe dialoog starten. Daarnaast laat Kamp alle opties open en maakt hij dus geen keuzes. Dit was expliciet het advies van de Algemene Rekenkamer op een grondige evaluatie van 10 jaar energiebeleid.

Te weinig aandacht voor energetisch renoveren

Het rapport gaat maar weinig concreet in op de mogelijkheden van besparing door energetische renovatie, vaak betiteld als energiebesparing in de gebouwde omgeving. Dit terwijl besparing een van de minst radicale en meest effectieve maatregelen is. Bouwkundige- en installatiemaatregelen worden nauwelijks genoemd in het rapport, en de positieve impact van dergelijke maatregelen op de economische groei. Dat is teleurstellend.

Als besparende maatregel voor de bestaande bouw wordt in het rapport de optie van hybride warmtepompsystemen genoemd die elektriciteit en gas combineren. Dit zou goedkoper zijn dan “ingrijpende isolatie en renovatie van het gebouw zelf” en efficiëntere manier van emissie beperking zijn (kader, pagina 70).

De belangenbehartiger voor woningbouwcorporaties, AEDES, wijst in een reactie op de verandering in infrastructuur waarmee de corporaties te maken gaan krijgen. “Het transitiepad zet ook in op het veranderen van de bestaande infrastructuur van gas naar warmtebronnen”. De transitie weg van gas is een belangrijk thema voor renovatie-professionals in de bouw. “Dit betekent dat woningcorporaties in hun vastgoedplanning rekening moeten gaan houden met het verdwijnen van de gasaansluitingen. Het startpunt van de besluitvorming over de transitie is het opstellen van een regionaal warmteplan” (bron: aedes.nl). Dit warmteplan moet volgens het rapport ervoor zorgen dat “de resterende warmtevraag zo veel mogelijk te voorzien door lokale opwekking van warmte” (bron: pagina 9, Energierapport). De opties die genoemd worden zijn zonneboilers, warmtepompen, restwarmte of groen gas.

Daarnaast krijgen corporaties en huizenbezitters vooral te maken met de doelstelling dat alle bestaande woningen en utiliteitsgebouwen in 2030 het gemiddeld het energielabel A hebben. Dat is een fikse taak waar in het rapport weinig concrete maatregelen voor genoemd worden. Er wordt vooral gewezen naar de mogelijkheden van burgers en bedrijven om “op zichzelf rendabele besparingsmaatregelen” (bron: pagina 71, Energierapport) te nemen. “Het besparingstempo kan omhoog door een combinatie van voorlichting en bewustwording, ontzorging en financiële maatregelen, bijvoorbeeld door het gebruik van klimaat belastende energiedragers financieel minder aantrekkelijk te maken ten opzichte van energiedragers uit CO2-arme of hernieuwbare bron” (bron: pagina 71, Energierapport).

Minister Kamp wil zijn beleidsagenda, met daarin concrete voorstellen richting een CO2-arme energievoorziening in 2050 eind 2016 aan de Tweede Kamer aanbieden. Zo lijkt hij tijd te willen winnen voor het maken van keuzes.

Rapport slingert de discussie weer aan

Gebrek aan ambitie of niet, het rapport brengt de discussie over het Energieakkoord weer op gang. Het is een ijkmoment over waar we staan met het doelstellingen. Dat we met de huidige gang van zaken de doelstellingen in 2020 niet gaan halen is voor velen duidelijk. Wellicht biedt de discussie een opmaat naar nieuwe initiatieven en samenwerking. Het akkoord is in ieder geval weer in het nieuws.

Henk Kamp