Effectiviteit energiebesparingsbeleid Vlaanderen veel hoger dan dat in Nederland

7 mei 2023

Verplichting voor de nieuwe eigenaar om te isoleren werkt!

Auteurs: Dirk Brounen, Piet Eichholtz, Linde Kattenberg en Nils Kok

Als het gaat om minder energieverbruik, barst het op de woningmarkt van het laaghangend fruit. Maar veel woningeigenaren komen nog steeds niet in actie. In Vlaanderen daarentegen is de aanpak simpel en overtuigend.

Vermindering van energiegebruik door huishoudens is cruciaal om de klimaatdoelen van Parijs te halen. Het goede nieuws is dat veel van de maatregelen die woningeigenaren daarvoor moeten nemen, financieel voordelig zijn. Dat waren ze al toen de energieprijzen nog laag waren en sinds de energiebonanza van het afgelopen jaar zijn investeringen in duurzaamheid alleen maar voordeliger geworden. Isolatie, zonnepanelen en HR++-glas gaan gepaard met financiële rendementen waarbij een belegger zijn vingers zou aflikken.

Hierbij gaat het niet alleen over de verlaging van de maandelijkse energielast, maar ook over de waardevermeerdering van de woning. Voor dat laatste is overvloedig en overtuigend academisch bewijs. Zelfs makelaars vertellen hun klanten tegenwoordig dat ze meer geld kunnen krijgen voor een verduurzaamd huis.

Torenhoge energieprijzen

Desondanks gaat de verduurzaming van de Nederlandse woningvoorraad langzaam. Te langzaam. Het barst op de woningmarkt van het laaghangend fruit, maar veel woningeigenaren komen nog steeds niet in actie, ondanks de torenhoge energieprijzen.

Uit een enquête begin dit jaar van De Nederlandsche Bank blijkt dat 84 procent van de huishoudens energie bespaart door bijvoorbeeld de verwarming lager te zetten. Maar het aantal huishoudens dat grootschaligere investeringen doet, is veel kleiner:
16 procent. Opmerkelijk, want uit het onderzoek blijkt ook dat 86 procent van de ondervraagde woningeigenaren daar wel genoeg geld voor heeft of dit via hun hypotheek zou kunnen financieren. Als zelfs een verdubbeling van de energieprijs de huishoudens niet op gang krijgt om te verduurzamen, wat dan wel?

De Nederlandse overheid heeft het vijf jaar geleden aangedurfd om aan te kondigen dat kantoren vanaf 1 januari 2023 minimaal energielabel C moeten hebben. Helaas zijn er geen sancties afgesproken voor de gebouwen en eigenaren die hier niet aan voldoen. Kantooreigenaren kunnen deze ambitie dus vrij gemakkelijk naast zich neerleggen. Op 1 januari 2023 voldeed nog altijd 45 procent van de kantorenvoorraad niet aan de label-C-eis. Pikant detail: uit onderzoek van vastgoedbedrijf CBRE en Nieuwsuur bleek dat bij 30 procent van de Rijkskantoren helemaal nog geen label bekend was.

Durf

De les is duidelijk: verplichting kan werken, maar alleen als die echt wordt afgedwongen. Voor regulering van duurzaamheid op de woningmarkt is nog veel meer bestuurlijke durf nodig dan voor kantoren. Het feit dat 60 procent van de Nederlandse woningvoorraad bestaat uit koopwoningen, betekent ook dat verplichte verduurzaming van woningen direct ingrijpt in de portemonnee van 60 procent van het electoraat. Echter, omdat we weten dat woningverduurzaming in de meeste gevallen geld oplevert voor de burgers, zou het Rijk dit zonder al te veel moreel bezwaar dwingend kunnen opleggen.

Wat dat betreft is het een goed idee om te kijken naar het voorbeeld van onze zuiderburen. In Vlaanderen heeft de overheid serieuze duurzaamheidswetgeving ingevoerd die woningeigenaren verplicht in actie te komen. Vanaf begin dit jaar moeten kopers van een woning met een E- of F-label deze binnen vijf jaar verbeteren, zodat de woning minimaal een D-label haalt. Woningeigenaren die niet binnen deze tijd aan de D-norm voldoen, krijgen een boete, waarna ze alsnog moeten verduurzamen.

Twijfelende Vlamingen

Deze D-label-norm is nog maar het begin. Zo moeten woningen vanaf 2028 binnen vijf jaar na aankoop ten minste tot een C-label zijn verbeterd, vanaf 2035 wordt die lat verhoogd tot een B-label, et cetera. De Vlaamse overheid maakt daarbij gebruik van eenvoudige en krachtige subsidieprogramma’s die twijfelende Vlamingen eenmalig ondersteunen bij hun verduurzaming. Zo lanceerde de overheid in 2021 de campagne reNUveren, waardoor Vlamingen bij de renovatie van een woning tot 60 duizend euro eenvoudig en renteloos kunnen lenen en bovendien een EPC-labelpremie van 5.000 euro ontvangen. Simpel en overtuigend.

Het Vlaamse voorbeeld is om meerdere redenen zeer relevant. Ten eerste vanwege de verplichting, in combinatie met echte sancties. Ten tweede omdat Vlaanderen zich richt op de verbetering van de woningen met de slechtste energieprestaties. In Nederland neigt het beleid ernaar woningen (bijna) energieneutraal te maken: A+ of beter. Echter, de hoeveelheid kapitaal die nodig is voor dit type verduurzaming is gigantisch. En de energiebesparing per geïnvesteerde euro is veel groter wanneer we een woning van bijvoorbeeld label G naar label D brengen, dan van label B naar A+. Dat geldt dus ook voor de financiële voordelen.

De verduurzaming van de Nederlandse woningvoorraad kan en moet versnellen en daar is wetgeving met scherpe tanden voor nodig. Vlaanderen wijst ons daarbij de weg.

Bron: Volkskrant

Datum: 4 mei 2023

Over de auteurs

Dirk Brounen is hoogleraar vastgoed aan de Universiteit van Tilburg. Piet Eichholtz is hoogleraar financiering en vastgoed aan de Universiteit Maastricht en partner bij Finance Ideas. Linde Kattenberg is promovendus bij de vakgroep financiering van de Universiteit Maastricht. Nils Kok is hoogleraar vastgoed en financiering aan de Universiteit Maastricht.