Eerste Kamer vertrouwt minister Binnenlandse Zaken niet meer

23 juni 2020

Eerste Kamer vertrouwt minister Binnenlandse Zaken niet meer

Minister krijgt zwaar middel tegen haar huurbeleid

Bron: ANP/Trouw 23 juni 2020

Eerste Kamer neemt zeer zeldzame ‘motie van afkeuring’ aan tegen Ollongren over huurverhogingen per 1 juli 2020.

De Eerste Kamer heeft een motie van afkeuring aangenomen tegen minister Kajsa Ollongren (binnenlandse zaken), omdat zij weigert de jaarlijkse huurverhoging tijdelijk te stoppen in verband met de coronacrisis. Deze motie volgde op twee moties waarin de senaat haar daartoe al had opgeroepen.

Voor de motie van afkeuring stemden 39 senatoren voor en 36 tegen. De coalitie heeft geen meerderheid in de senaat, die 75 zetels telt.

Het senaat ziet de huurprijsbevriezing als een zeer gewenste maatregel in de coronacrisis, maar Ollongren spreekt van een buitenproportioneel en onrechtvaardig middel. Verhuurders moeten hun huurders namelijk uiterlijk twee maanden van tevoren melden wat de huurverhoging per 1 juli wordt. Een motie die eind april wordt ingediend, laat verhuurders dus te weinig tijd om zich én voor te bereiden op tegenvallende inkomsten én hun huurders in te lichten, aldus de minister.

Ollongren wil inzetten op hulp van verhuurders aan huurders die echt in financiële problemen komen door de coronacrisis. Daarnaast heeft ze enkele andere maatregelen getroffen en sluit ze meer actie niet uit.

Wat betreft de huurontwikking is er het afgelopen decennium een sterke toename zichtbaar, en toegenomen aandeel in het totaal aan woonlasten. Een gedeelte van de huurverhoging wordt veroorzaakt door de energtische renovatie die in de wet Huurprijzen is opgenomen, maar een groter deel is als gevolg van de verhuurderheffing en regiotoeslag. Vorig jaar berichtten wij ook al over de huurontwikkeling, zie hier. Toen was er een beperking tot het gemiddelde niveau van de inflatie.

Zeldzaam en zwaar middel

Een motie van afkeuring is een voor de Eerste Kamer zeldzaam en zeer zwaar middel om een minister op de vingers te tikken. Een van de laatste keren dat de senaat een motie van afkeuring indiende was in 1875. Toen Jan Heemskerk, ook minister van binnenlandse zaken, met de Eerste Kamer in de clinch kwam te liggen over spoorverbindingen in Rotterdam. Hij hoefde niet per se weg, zei indiener Duymaer van Twist toen. Maar Heemskerk, ook premier, diende toch zijn ontslag in bij de koning. Uiteindelijk kon de minister aanblijven.

Trouw: "De motie gaat over het beleid en heeft geen directe gevolgen voor de positie van Ollongren."